Tibetaanse zelfverbrandingen en een Chinese zelfmoord
ICT blog op 30 augustus door Bhuchung K.Tsering, Vice President of Special Programs
Er is nieuws over een editor bij de krant van de Chinese Communistische Partij, de People’s Daily, die op 22 augustus 2012 zelfmoord pleegde. Naar het schijnt sprong Xu Huaiqian, de editor, zijn dood tegemoet. De People’s Daily meldde dat hij van werk vrij had genomen vanwege een depressie en medische hulp had gezocht.”
In wat mogelijk een verklaring voor zijn zelfmoord kan zijn, meldde de BBC dat Xu Huaiqian in een eerder gegeven interview is geciteerd met de woorden: “Mijn pijn is dat durf ik te denken, maar ik me niet durf uit te spreken; als ik me durf uit te spreken, durf ik het niet op te schrijven, en als ik het durf op te schrijven, is er geen ruimte om het te publiceren. Ik bewonder die freelance schrijvers, maar ik kan het systeem niet verlaten, want als ik dat doe, zal mijn familie lijden.”
De BBC citeert ook een artikel van Xu Huaiqian onder de kop “Laat de Dood de Getuige zijn”, waarin hij zegt: “De dood is een zwaar woord, maar in veel gevallen gaat in China de samenleving zonder overledenen niet rechtop zitten en opletten, en worden problemen niet opgelost.”
Ik lees de details over de dood van Xu Huaiqian juist toen ik het nieuws probeerde te verwerken van nog twee Tibetanen, Lobsang Kelsang en Lobsang Dhamchoe, die zichzelf op 27 augustus 2012 in brand staken, nu in totaal meer dan 50. Onvermijdelijk begon ik een vergelijking te maken van het lot van Xu en deze vele Tibetanen. Op een bepaald niveau weerspiegelen de woorden van Xu in het bovengenoemde interview en artikel duidelijk de mentale toestand van het Tibetaanse volk. Uit achtergelaten verklaringen van een aantal van de Tibetanen, die zich zelf in brand gestoken hebben, weten we, dat dit voor hun gevoel de enige manier is om de aandacht te vestigen op de situatie van het Tibetaanse volk.
Vanuit het perspectief van de Chinese regering, zijn Xu en alle Tibetanen, die zichzelf verbrand hebben, gelijkwaardige burgers van de Volksrepubliek China.
We kunnen echter aan de ontwikkelingen na Xu’s zelfmoord zien, dat is er in de praktijk geen sprake is van gelijkheid. Terwijl de Chinese autoriteiten de zelfverbranding van Tibetanen verbergen voor het Chinese publiek, hebben ze dood van Xu aan de Chinese bevolking bekend gemaakt en zelfs geprobeerd om de achterliggende redenen uit te leggen.
Ten tweede wordt aan het Chinese publiek de ruimte gegeven om hun mening te uiten over de implicaties van de dood van Xu. Het China Media Project meldt dat het nieuws van Xu’s dood “een discussie heeft doen oplaaien in de Chinese sociale media over de uitzonderlijke druk waaraan journalisten in China vandaag de dag blootstaan.” De BBC meldt dat het nieuws “een sterke reactie aanwakkerde uit Chinese culturele kringen en de media en op het internet.” Een lezer op Sina Weibo is uitzonderlijk provocerend. Volgens de BBC vraagt deze persoon: “Stierf Xu Huaiqian om als getuige te dienen? Was het een persoonlijke depressie of de depressie van een tijdperk? Wat voor land is dit?”
Bij de dood van Tibetanen is er geen discussie in China. Is dat alleen vanwege de censuur van de Chinese regering of is er meer aan de hand? Ik denk dat Chinese geleerden, intellectuelen, mensenrechten activisten en anderen zich hierover moeten bezinnen. In Tibet is mogelijk het breekpunt bereikt.