Petitie aan Hu en Wen roept op tot toelating Dalai Lama tot Tibetaans aardbevingsgebied: honderden monniken betrokken bij hulpverlening
Vandaag werd er op de Chinese website boxun een petitie geplaatst die is gericht aan de Chinese President Hu Jintao en Premier Wen Jiabao. Daarin werd een oproep gedaan om de Dalai Lama toe te laten in Tibet, zodat hij ‘verlossing kan bieden aan onze doden en kan bidden voor de slachtoffers’. De Tibetaanse premier in ballingschap, de Kalon Tripa, verklaarde vandaag dat de Dalai Lama natuurlijk graag een bezoek zou brengen aan het door een aardbeving getroffen Tibetaanse gebied Kyegundu, in Kham, in de huidige provincie Qinghai. Daar zijn na de aardbeving van woensdag 14 april, die een kracht had van 6,9 op de schaal van Richter, honderden mensen omgekomen. (Lees de verklaring op www.tibet.net, de website van de Tibetaanse Regering in Ballingschap).
Nu honderden monniken zich bij de reddingswerkzaamheden hebben aangesloten, komt er steeds meer nieuws naar buiten over het lot van de Tibetaanse kloosters in het gebied, een belangrijk centrum van Tibetaanse religie en cultuur. Het bergachtige plattelandsgebied is bezaaid met afgelegen kluizenaarshutten, oude kloosters en religieuze nederzettingen.
De website boxun.com, een Chineestalig forum voor Chinese dissidenten en bannelingen, heeft niet gezegd van wie de petitie aan Hu en Wen afkomstig was, en vermeldde alleen dat deze tegelijk werd gepost met nieuws van gisteren uit het getroffen gebied. In de petitie, die was opgesteld in het Chinees, maar oorspronkelijk in het Tibetaans is geschreven, stond dat in een tijd als deze, ‘nu we zo’n zware klap te verduren hebben gekregen,’ de overlevenden ‘de Dalai Lama dringend nodig hebben in het rampgebied Zijn bezoek dient geen ander doel dan de Tibetaanse religie. Alleen als de Dalai Lama ons komt bezoeken om voor ons te bidden en troost te bieden, kunnen onze gewonde zielen weer genezen.’ (Een volledige vertaling van de Chinese versie van de petitie volgt hieronder.)
De Kalon Tripa, Samdhong Rinpoche, zei vandaag tijdens een boekpresentatie in een klooster in Dharamsala in India, waar de Tibetaanse Regering in Ballingschap gevestigd is, het volgende: ‘Ook al lijkt het vooruitzicht van een bezoek een onbereikbare droom, toch moeten we al het mogelijke proberen, en bidden dat de gebeden en wensen van de getroffen Tibetanen om Zijne Heiligheid de Dalai Lama te ontmoeten, zullen uitkomen.’ (www.tibet.net)
Monniken betrokken bij hulpverlening
Honderden monniken hebben zich aangesloten bij de reddingswerkzaamheden in het rampgebied, waar het officiële dodental is opgelopen tot 1144. De Tibetanen en ngo’s die ter plaatse zijn, schatten dat dit aantal nog verder zal oplopen. Er worden nog 417 mensen vermist en 11.744 mensen zijn gewond geraakt, zo meldde een woordvoerder van de hulporganisaties aan het Chinese staatspersbureau Xinhua. Duizenden mensen zijn dakloos, en velen moeten ‘s nacht buiten slapen in de vrieskou. De lichamen van de slachtoffers worden naar het klooster van Jyeku (Chinees: Jiegu of Gyegu) gebracht. De monniken vertelden aan de verslaggevers in het gebied dat er nauwelijks tijd was om de doden te tellen, omdat de hulp aan de overlevenden prioriteit had. Het epicentrum van de aardbevingen lag in een dunbevolkt landelijk gebied, ongeveer 50 km ten westen van de plaats Jyeku, waar het lokale bestuur van Yushu gevestigd is (Tibetaans: Kyegundu of Jyekundu), de tegenwoordige Autonome Tibetaanse Prefectuur Yushu in de provincie Qinghai, en ongeveer 800 km ten zuidwesten van de provinciehoofdstad Xining.
Ook het 1300 jaar oude Thrangu-klooster was zwaar beschadigd door de aardbeving. Dit is historisch gezien een zeer belangrijk klooster in het gebied, en een toevluchtsoord voor talloze eerdere incarnaties van de Karmapa Lama – het hoofd van de Boeddhistische Karma Kagyu-school. Thrangu ligt vijf kilometer van Kyegundu en is vrijwel volledig verwoest. Er zijn ten minste 25 monniken omgekomen en 60 worden er nog vermist. Volgens berichten uit het gebied wordt er nog altijd onder het puin gezocht naar lichamen of overlevenden. In een videofragment over het klooster, gefilmd door Al Jazeera, zijn bedekte lichamen te zien die uit het puin zijn gehaald, en zien we monniken geheel volgens de Tibetaanse traditie twee dagen lang bidden voor de slachtoffers (Klik hier voor videoverslag uit het Thrangu-klooster). De Konchog Foundation, die steun verleent aan de Tibetaanse bevolking en cultuur in de regio’s Kham en Golok, meldde: ‘Geen enkele monnikswoning staat nog overeind. Het Mahakala-heiligdom is ingestort. De belangrijkste Lhakang (grote gebedsruimte) staat nog overeind, maar is zwaar beschadigd en zal opnieuw moeten worden opgebouwd.’
Thrangu Rinpoche leeft in ballingschap, en heeft de lama’s en monniken in ballingschap opgeroepen om naar het gebied af te reizen en daar hulp te bieden.
De 17de Karmapa Lama, het verbannen hoofd van de Boeddhistische Karma Kagyu-school, zei in een verklaring dat hij een groep Kagyu-kloosters is voorgegaan in gebeden voor de omgekomen slachtoffers. Er zijn nauwe contacten met de Karmapa in dit deel van Tibet, met zijn vele Kagyu-kloosters. De Karmapa zei: ‘Mijn gedachten gaan ook uit naar de overlevenden van deze tragedie, en ik hoop dat de hulp hen weldra zal bereiken.’
Honderden monniken uit Surmang, Sershul, Serthar en andere kloosters in het gebied hebben mensen tussen de brokstukken vandaan gehaald, gewonden verzorgd en gebeden voor de doden. Een correspondent van Reuters in Kyegundo meldde dat sommige monniken scheppen en stokken bij zich hadden, die weinig nut hadden bij het doorzoeken van ingestorte betonnen gebouwen. ‘De betrokken monniken wilden geen rechtstreeks politiek commentaar geven, maar velen zeiden dat ze de Tibetanen en de Chinese regering graag zouden willen laten delen in de blijvende kracht van het Tibetaans Boeddhisme en zijn geestelijken, de ‘lama’s’,’ aldus Reuters. ‘Hiermee willen we laten zien dat lama’s, anders dan de geruchten zeggen, geen relschoppers en oproerkraaiers zijn,’ vertelde Jiumi Jiangcuo (een Chinese transliteratie van een Tibetaanse naam), hoofd van het belangrijkste klooster boven het dorp aan Reuters. ‘Het is onze plicht om mensen te helpen, en we moeten onze eigen zorgen opzij zetten,’ zei hij tegen een groep monniken, van wie er vele in tranen waren.’ (Reuters, 16 april 2010). Een monnik uit het Surmang-klooster vertelde aan de Tibetaanse afdeling van Radio Free Asia: ‘Vandaag zijn er Chinese hulpverleners gearriveerd, en je ziet overal medisch personeel en hulptroepen lopen. Maar er zijn ook een heleboel burgers ter plaatse, vooral monniken.’ (Radio Free Asia, 16 april 2010).
De Konchog Foundation bracht online verslag uit: ‘De twee belangrijkste dingen die de monniken tot nu toe hebben kunnen doen, is helpen met graven tussen de ingestorte gebouwen, op zoek naar lichamen of overledenen, en het distribueren van voedsel.’ De Konchog Foundation gaf ook een update van de situatie in andere kloosters in het gebied: ‘Het Benchen-klooster is minder zwaar beschadigd, hoewel het vlak bij het Thrangu-klooster ligt. In Jyekundo was men al bezig om het Domkhar-klooster te verplaatsen van de gevaarlijke heuvel waar het zich bevond naar een veiliger plaats in het dal. Daardoor waren de problemen daar niet al te groot (vermoeden wij). Het Sakya-klooster dat op een heuveltop staat in Jyekundo is zwaar beschadigd, maar het gebouw is niet ingestort.’
Door de aardbeving is het lijden in het gebied nog verder toegenomen, een gebied dat toch al gebukt gaat onder de opgevoerde politieke repressie sinds er in maart 2008 protesten zijn uitgebroken in alle Tibetaanse gebieden van de Volksrepubliek China. Een overlevende van de aardbeving in Kyegundo vertelde aan een verslaggever van de Britse krant The Guardian: ‘Sinds 2008 is de situatie voor de Tibetanen er niet beter op geworden.’
Een Tibetaan uit Kham die in ballingschap leeft zei: ‘Zelfs nu de nood zo hoog is, zijn de Tibetanen nóg bang om hun mond open te doen over wat er allemaal gebeurt, en wat zij hebben moeten doorstaan sinds maart 2008.’
Verzoek aan de Dalai Lama om naar het rampgebied te komen
De volgende tekst is een vertaling van een petitie die is geplaatst op boxun:
Geachte President Hu en Premier Wen,
Toen wij getroffen werden door de aardbeving, een enorme natuurramp, hebben uw Partij en de regering onmiddellijk actie ondernomen en functionarissen, soldaten en hulptroepen uit alle lagen van de samenleving ingezet om ons te redden. Wij, de slachtoffers in het rampgebied, zijn extreem dankbaar voor de hulp van de regering. We zijn een volk met een sterke religie, het Boeddhisme, en we geloven al generaties lang in Gwalya Rinpoche de Dalai Lama. Nu we zo’n zware klap te verduren hebben gekregen, hebben we een dringende behoefte aan de aanwezigheid van de Dalai Lama in ons rampgebied, zodat hij verlossing kan brengen voor onze doden en troost kan bieden aan onze gewonde zielen. President Hu en Premier Wen, wij zouden een beroep willen doen op uw welwillendheid, en verzoeken u om aan de wens van de mensen in het rampgebied gehoor te geven. Wij, de tienduizenden Tibetaanse slachtoffers smeken de Partij en de centrale overheid om uw wrok jegens de Dalai Lama opzij te zetten, in het belang van de mensen in het rampgebied. We willen niets anders dan dat de Dalai Lama het getroffen gebied kan bezoeken, om verlossing te brengen voor onze doden en om te bidden voor de slachtoffers. Ons verzoek dient slechts een religieus doel. Alleen als de Dalai Lama ons komt bezoeken om voor ons te bidden en troost te bieden, zullen onze gewonde zielen kunnen genezen. Een andere reden is er niet.’