ICT Special Report: Gevaren van China's antiterreurwet voor Tibetanen en Oeigoeren
Special Report van International Campaign for Tibet (ICT) en FIDH
International Campaign for Tibet (ICT) en FIDH vestigen de aandacht op de ernstige risicos op mensenrechtenschendingen en het contra-productieve karakter van de nieuwe antiterreurwet van China in een nieuw rapport, dat vandaag is gelanceerd in de Foreign Correspondents Club van Tokyo, Japan.
Het rapport is gebaseerd op de analyses van ICT en FIDH met betrekking tot China’s antiterreur strategie en wetgeving, alsmede op de bevindingen van een in juni 2016 gehouden internationale rondetafelconferentie. Experts hebben op deze ronde-tafel discussie uitvoerig uit de doeken gedaan, hoe de Chinese regering probeert haar repressieve maatregelen te legitimeren door het invoeren van de wetgeving, die de controle van de Chinese Communistische partij over de vrije meningsuiting vergroot en de middelen geeft om afwijkende meningen in Tibet en Xinjiang te onderdrukken.
ICT EU Policy Director Vincent Metten zei: De ingrijpende maatregelen in de nieuwe wetgeving die regeringen over de hele wereld hebben verontrust zijn minder gericht op het voorkomen van terreur en het beschermen van Chinese burgers, en meer op het elimineren van afwijkende meningen en het afdwingen van naleving van het beleid van de Communistische partij. Dit leidt waarschijnlijk tot een toename van de spanningen en verhoogt risico op geweld door het wegnemen van andere middelen om toevlucht tot te nemen. Daarnaast ondermijnt het ook de legitimiteit van echte internationale anti-terreur inspanningen. Vrede en stabiliteit worden niet bereikt door middel van hyper-beveiliging, noch door het bestempelen van de Nobelprijswinnares de Dalai Lama als terrorist, wiens leiderschap ervoor heeft gezorgd dat Tibetanen zich niet hebben gewend tot gebruik van geweld als reactie op de onderdrukking.
In Tibet heeft, ondanks de afwezigheid van gewelddadige opstand, een agressieve antiterreur campagne geresulteerd in een uitbreiding van militarisering over de hoogvlakte. Door het op een hoop gooien van separatisme en verschillende uitingen van religieuze en etnische identiteit, en de vervaging van het onderscheid tussen gewelddadige handelingen en vreedzaam protest, gebruikt de Chinese overheid terrorismebestrijding als rechtvaardiging voor haar hardhandige optreden tegen zelfs lichte uitingen van religieuze identiteit en cultuur in Tibet en Xinjiang.
China’s geïntensiveerde nationale veiligheidsstrategie en de nieuwe terrorismebestrijding wetgeving zullen ernstige gevolgen hebben voor de vrijheid van meningsuiting, vrijheid van vereniging en vergadering en vrijheid van religie in China, die door de bestaande wetgeving en beleid toch al fors worden beknot, zegt FIDH’s Operationele Directeur, Marceau Sivieude. Het bestraffen van vreedzame uitingen door iedere afwijkende mening te kwalificeren als een bedreiging voor de nationale veiligheid, schendt niet alleen de internationale mensenrechten, maar vergroot ook het risico op toenemende spanningen en het aanmoedigen van extremisme door het afsluiten van alle mogelijkheden voor vreedzame expressie en afwijkende meningen.
China heeft belang bij samenwerking op het gebied van initiatieven voor terrorismebestrijding met andere landen en intergouvernementele organisaties, waaronder Europol. Dit is een kans voor overheden en internationale organisaties om de risico’s en mensenrechtenschendingen van China’s nieuwe terrorismebestrijding wet ter discussie te stellen en aan te dringen op een herziening van de wet en Chinas algemene strategie voor terrorismebestrijding. Het vandaag verschenen rapport schetst hoe en waardoor de wet een gevaar vormt voor de mensenrechten en de effectieve bestrijding van terrorisme, en hoe de Chinese autoriteiten en de internationale gemeenschap deze uitdaging kunnen aanpakken en ervoor zorgen dat de Chinese terrorismebestrijding aanpak niet leidt tot meer geweld.