China's mensenrechten record in Tibet onderzocht door de VN
Internationale Campagne voor Tibet oktober 2013
Rapport China erkent schendingen van de mensenrechten in Tibet niet
China moet haar mishandeling van Tibetanen verdedigen wanneer de mensenrechtensituatie in China op 22 oktober, ten overstaan van de wereld door middel van de Universal Periodic Review (UPR) van de Verenigde Naties (UN), beoordeeld zal worden.
“Het rapport van China aan de VN beweert dat er geen sprake is van wijdverspreide en systematische schendingen van de mensenrechten in Tibet, ondanks het feit dat deze door objectieve waarnemers goed gedocumenteerd zijn” zei Kai Muller, directeur ICT Duitsland, die voor de UPR-sessie van China in Genève zal zijn. Het feit dat China ontkent dat zij een ernstig probleem heeft, ondermijnt haar geloofwaardigheid bij de VN, en is een belemmering voor de vooruitgang van de mensenrechten. Wij bedanken de andere naties bij de Mensenrechtenraad voor het nauwkeurig weergeven van de mensenrechtensituatie in China.
“De VN en verschillende landen hebben vraagtekens gezet bij China’s pogingen om haar beleid in Tibet als welwillend af te schilderen. Het rapport van het Bureau van de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten (OHCHR) merkt op dat zij er in november 2012 bij China op heeft aangedrongen om de al lang bestaande grieven, die hebben geleid tot zelfverbrandingen in Tibetaanse gebieden, aan te pakken. De afgevaardigden van de Verenigde Staten, Verenigd Koninkrijk, Zweden en Canada hebben vooraf aan China vragen voorgelegd, waarin zij betwisten of het martelen en de beperkingen op religieuze en culturele praktijk in Tibet is gestopt, waarom vrije toegang tot de Tibetaanse gebieden niet is toegestaan, en wanneer de dialoog met de Tibetanen heropend zal worden. De volledige vragenlijst is te vinden op de OHCHR website.
Onder het UPR-proces wordt op de VN-Mensenrechtenraad (HRC) de mensenrechten praktijk van China onderworpen aan een peer review door andere landen. China rapporteert welke maatregelen zij heeft genomen om de mensenrechtensituatie in het land te verbeteren.
Een analyse van ICT vindt dat verslag van China aan de Raad het brede scala van door de VN, de VS en andere overheden gedocumenteerde mensenrechtenproblemen in de Tibetaanse gebieden negeert. In plaats daarvan bedient China’s rapport zich van verdraaide algemeenheden en beweren zij de vrijheid van religieuze overtuiging in etnische regio’s in Tibet volledig te respecteren.
ICT en de Internationale Federatie voor Mensenrechten (FIDH) hebben voor het UPR een gezamenlijk rapport uitgegeven informeren met als titel Chinees hardhandig optreden tegen het Tibetaanse boeddhisme.” FIDH en ICT zullen in de zijlijnen van het officiële proces in Genève ook een evenement organiseren. Tijdens het evenement op maandag de 21ste zal ICT ingaan op de Uitdagingen voor de Civiele Maatschappij door de Chinese Veiligheidswetten, met name in de context van Tibet.
Noot voor de redacteuren
De UPR is een uniek VN-proces, welke een beoordeling omvat van de mensenrechten praktijk van alle lidstaten. Het is een door lidstaten gestuurd proces onder auspiciën van de HRC, waarbij een land, dat beoordeeld wordt, de maatregelen aangeeft, die het neemt om de mensenrechtensituatie te verbeteren. Andere staten stellen aanbevelingen op over hoe de ter beoordeling staande staat aan haar verplichtingen inzake mensenrechten op grond van het internationaal recht kan voldoen. De ter beoordeling staande staat kan de aanbevelingen accepteren of verwerpen.
China werd voor het eerst in 2009 beoordeeld. In die beoordeling accepteerde China 50 aanbevelingen en wees er 42 af. In de huidige herziening rapporteert China over welke maatregelen het heeft genomen om de door haar aanvaarde aanbevelingen te implementeren. Ondanks afwijzing van de meeste aanbevelingen die specifiek Tibet vermelden, heeft China over Tibet gerapporteerd in het kader van aanbevelingen die betrekking hebben op minderheden.
China’s beoordeling zal plaatsvinden op 22 oktober van 9:30 tot 12:30 (lokale tijd in Genève). Andere staten zullen mondelinge vragen stellen aan China om te beantwoorden. Vervolgens zal China op de vragen reageren en op de 24ste discussiëren over de goedkeuring van een nieuw rapport..Het definitieve evaluatieverslag zal op de 25ste worden vastgesteld.
In de weken voorafgaand aan de UPR zijn Chinese mensenrechtenactivisten door de Chinese regering verhinderd om naar Genève te reizen.