BIJ BELANGRIJKE VN-REVIEW VERDUBBELT AANTAL STATEN DIE BEZORGDHEID UITEN OVER TIBET
De International Campaign for Tibet is blij met de duidelijke woorden van de Nederlandse delegatie en andere staten tijdens de universele periodieke doorlichting (UPR) van China vandaag in de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties. Een ongekend aantal staten is naar voren gekomen om het beleid van de CCP in Tibet aan te kaarten, vergeleken met de vorige UPR in 2018.
Onder de staten die naast Nederland Tibet hebben aangekaart waren de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Australië, Frankrijk, Litouwen, Japan, Zweden, Noorwegen, Oostenrijk, Zwitserland, Polen, Tsjechië, Ierland, Montenegro, Nieuw-Zeeland, Canada, Denemarken en Estland.
Dit betekent dat 20 in plaats van 9 staten het woord hebben genomen om China’s staat van dienst op het gebied van de mensenrechten in Tibet aan te vechten en aanbevelingen te doen, meer dan een verdubbeling. Dit weerspiegelt ook de toename van de zogenaamde Advanced Questions die ook verdubbeld waren ten opzichte van 2018.
De International Campaign for Tibet stelt: “We verwelkomen de aanzienlijke toename van verklaringen en bezorgdheid onder staten met betrekking tot het Chinese beleid in Tibet. Tibetanen uit Tibet hebben niet de kans gehad om bij te dragen aan deze herziening en hun stem te laten horen. We zijn daarom alle staten dankbaar die hebben opgeroepen tot godsdienstvrijheid in Tibet, tot culturele rechten voor Tibetanen, tot onbelemmerde toegang, tot het aan de orde stellen van de gedwongen internaten en het gedwongen verhuizingsbeleid. Nu moet de internationale gemeenschap ook in hun bilaterale betrekkingen met China een vervolg geven en Tibet aan de orde blijven stellen.”
Nederland drong er bij China op aan om “het defacto gedwongen kostschool- en voorschoolse systeem in Tibet af te schaffen en vrije toegang tot onderwijs in de Tibetaanse taal te garanderen”. Ook veel andere landen stelden in hun verklaringen de religieuze en culturele rechten van Tibetanen aan de orde, in het bijzonder de kostscholen, waarbij de landen opriepen tot de afschaffing ervan, en verder tot de vrijlating van willekeurig vastgehouden Tibetanen, en tot ongehinderde toegang tot Tibet. De Chinese regering onthield zich van een reactie, bijvoorbeeld op de kwestie van de kostscholen, en beweerde botweg dat de vrijheid van godsdienst en de culturele rechten van de Tibetanen werden beschermd, waarbij ze het aantal tempels, religieus personeel of leraren noemde.
Met betrekking tot het herhuisvestingsbeleid beweerde de Chinese delegatie dat Tibetanen van grote hoogten naar elders werden overgebracht met hun voorafgaande toestemming, bij gebrek aan een onafhankelijke rechterlijke macht, de rechtsstaat en in een alomtegenwoordig klimaat van angst. De Chinese ambassadeur weerlegde de kritiek met een duidelijk agressieve toon en bestempelde de aantijgingen als laster, leugens en een poging tot smaad.
De evaluatie vond plaats in een gespannen klimaat, waarbij de Chinese regering aanwezig was met een ongewoon grote delegatie van meer dan 40 diplomaten. Beijing mobiliseerde ook een aanzienlijk aantal Chinese NGO’s (GONGO’s – Government Organized NGO’s) die slechts de partijlijn napraten. De Mensenrechtenraad beperkte ook de toegang voor maatschappelijke organisaties tot de raad, met aanvankelijk slechts 15 beschikbare plaatsen voor NGO’s in de zaal, die ook door Chinese GONGO’s werden ingenomen. Bovendien zorgde het ongewoon grote aantal staten dat het woord wilde nemen ervoor dat elke verklaring binnen 45 seconden moest worden afgelegd. Tegelijkertijd gebruikte een groot aantal staten hun spreektijd alleen voor ronduit bevestigende verklaringen, waarbij ze de realiteit op het terrein negeerden.
Aan de vooravond van de Chinese evaluatie nam ICT deel aan een nevenevenement van de Mensenrechtenraad, georganiseerd door de Helsinki Foundation for Human Rights. Panelleden waren onder andere de vertegenwoordiger van Zijne Heiligheid de Dalai Lama, Thinlay Chukki, Lhadon Tethong, directeur van het Tibet Action Institute, en Bhuchung Tsering, hoofd van de Research and Monitoring Unit van de International Campaign for Tibet. Uzra Zeya, onderminister van Buitenlandse Zaken van de VS, en Michelle Taylor, ambassadeur van de VS in Genève, leggen verklaringen af, zowel ingesproken als mondeling.
Wilt u ICT’s werk steunen? Dat kan hier!