Belangrijke Chinese troepenopbouw terwijl Tibet ingesloten wordt en het optreden harder wordt
China geeft toe dat het met scherp schiet terwijl de protesten voortduren.
Sinds woensdag 19 maart zijn duizenden zwaar bewapende Chinese troepen naar oostelijk Tibet verplaatst. In Chengdu, de hoofdstad van de provincie Sichuan, werd als direct gevolg van de protesten in Lhasa, een zware politiemacht opgesteld in Tibetaanse wijken.
Bronnen meldden dat er vrachtwagenladingen met zwaar bewapende militairen zich naar de oostelijke gebieden van Tibet verplaatsten, zoals in het Machu-district, waar protesten plaatsvonden. Een Tibetaanse bron, in nauw contact met de bevolking uit het Tibetaanse Amdo-gebied, zei: Twee mensen vertelden me dat de troepenversterkingen Machu al intrekken, met vrachtwagenladingen militairen die zich over een afstand van anderhalve kilometer uitstrekken. Zij trekken het platteland in, in een poging om de leiders van het protest te isoleren. Woensdag 19 maart zagen BBC-verslaggevers op een hoofdweg meer dan vierhonderd militaire voertuigen langs komen. Een grotere mobilisering is sinds de onrust in Lhasa begon niet gezien.
In Chengdu verklaarden betrouwbare westerse bronnen, die contact hebben met vrienden en familie in Chengdu en Tibet, dat de wegen in en uit de wijk Si Wuhou in Chengdu geblokkeerd waren. Aan weerskanten van de straat stonden politievoertuigen met zwaailichten. Gewapende politie was bij de poorten van een flatcomplex opgesteld in een deel van de stad waar veel Tibetanen wonen. De bewoners mochten niet op straat komen.
Volgens militaire analisten zijn de Chinese troepen, die nu in Lhasa en andere Tibetaanse gebieden zijn gestationeerd, afkomstig uit Chengdu. Het gaat om de Snelle Reactie Afdeling van Legergroep nummer 13, die onder de Chengdu Militaire Regio valt, en de 52ste Berg Infanterie Brigade, die onder de Xizang Militaire Regio valt. Volgens de analist Andrei Chang, die in het Kanwa Defence Review (www.kanwa.com) schrijft, zijn deze troepen de gevechtseenheden in China’s Zuidwestelijke Regio die het hardst kunnen optreden en die een bijzonder snel reactievermogen hebben.’
Aanhoudende protesten in Tibet
Chinese troepen worden nu in veel gebieden in Kham (de huidige provincie Sichuan) gestationeerd en ze verspreiden zich over het platteland, in het bijzonder in kloosters, waar zij vaak monniken verhinderen om hun klooster te verlaten.
Gisteren (21 maart) omsingelden enkele honderden gewapende politieagenten het Tarthang-klooster in het Jigdril-district (Chinees: Jinzhi-district), provincie Qinghai. Ze sloten na een vreedzaam protest in het klooster de toegang af naar en van de lokale stad. Volgens één bron werd de monniken die het protest hadden gevoerd, opgedragen om zich voor middernacht over te geven en mensen aan te geven die bij het protest betrokken waren. Volgens dezelfde bron werden eerder vandaag arrestaties verricht. De monniken zijn nu in hongerstaking.
Het Tibetan Center for Human Rights and Democracy rapporteerde dat er ongeveer tweehonderd Tibetaanse nomaden en boeren op 19 maart vreedzaam demonstreerden bij een lagere school in het dorp Ponkor, Luchu-district (Chinees: Luqu), in de Kanlho Tibetaanse Autonome Prefectuur in de provincie Gansu. Tibetanen schreeuwden slogans tot steun aan de Dalai Lama, de Panchen Lama, en voor Tibetaanse onafhankelijkheid. Daarnaast haalden zij de Chinese nationale vlag neer waarop de Tibetaanse ‘sneeuwleeuw-vlag’ werd gehesen. Het protest werd neergeslagen door veiligheidspersoneel.
Een Tibetaan in Tibet vertelde aan een ICT-contact: Nu komen er door de protesten kwesties uit het verleden te voorschijn. Het lijden uit het verleden, door toedoen van de Chinese regering, komt boven. Veel Tibetanen stierven, zijn gevangen gezet en worden vermist, nu en in het verleden. Alle families spreken over vrijheid, nu zelfs meer door al het geweld dat onlangs is gebruikt. En door het feit dat de militairen Lhasa, en vele steden en dorpen, hebben overgenomen. Wij hebben nu absoluut geen vrijheid, zelfs niet om naar winkels te gaan om voedsel te kopen. In veel plaatsen in heel Tibet, offeren de mensen boterlampen voor hen die gestorven zijn. Zij huilen in heel Tibet.
China’s worsteling met het naar buiten brengen van berichten over de onrusten in Tibet: de propaganda-oorlog
In Peking waren er duidelijke tekens dat de Chinese autoriteiten worstelen met hun presentatie van de situatie naar de buitenwereld. Het staatsnieuwsagentschap, Xinhua, gaf twee verklaringen af over donderdag 20 maart met één bevestiging dat vier demonstranten doodgeschoten waren in Ngaba (Chinees: Aba) in de provincie Sichuan – terwijl de andere rapporteerde dat vier ‘oproerkraaiers slechts gewond waren. Beiden rapporten beweerden dat de politie schoot uit zelfverdediging. De verklaringen werden binnen enkele minuten na elkaar uitgegeven nadat op het internet schokkende beelden circuleerden van Tibetanen die gedood waren door kogels of die ernstige hoofdverwondingen hadden. Dit na protesten vlakbij het Kirti-klooster, waar tenminste acht Tibetanen werden gedood.
Gelijksoortige tegenstrijdigheden zijn er binnen de nieuwscommunicatie van ambtenaren uit Peking en Lhasa. Volgens de blog Beijing Newspeak (www.beijingnewspeak.com/), bijgehouden door een in Peking gestationeerde mediaverslaggever, zei Xinhua op 15 maart: De politie werd gedwongen om een beperkte hoeveelheid traangas te gebruiken en vuurde waarschuwingsschoten af om de wanhopige menigte te verspreiden. Kort daarna, op dezelfde dag, vertelde Jampa Phuntsog, de voorzitter van de Tibetaanse Autonome Regio aan journalisten in Peking: Wij hebben geen schoten gelost. Jampa Phuntsog voegde toe dat westelijke critici zelf naar Tibet zouden moeten komen om de verbeteringen te voelen. Het wordt aangenomen dat Westerse Lhasa allemaal verlaten hebben. Toeristen en de pers wordt verhinderd om Tibet binnen te gaan. Buitenlandse niet-gouvernementele organisaties in Lhasa worden volgens bronnen ”sterk aangemoedigd” om Lhasa te verlaten.
In de afgelopen dagen hebben Chinese nieuwskanalen schokkende beelden laten zien van rellen in Lhasa en van het plunderen en in brand steken van Chinese winkels door Tibetanen. Dat leidde tot vijandige reacties van Chinezen. In Lhasa zijn de Tibetanen de laatste dagen bang om aangevallen te worden, niet alleen door gewapende troepen maar ook door gewone Chinezen. De ooggetuigenverslagen en videobeelden tonen dat er door sommige Tibetanen tegen Chinezen geweld is gebruikt. Één bron, die onlangs Lhasa heeft verlaten, zei: Veel Tibetanen die ik heb gesproken waren net zo geschokt als veel Chinezen door het geweld tegen Chinese mensen, in het bijzonder Hui Moslims.
Volgens verschillende bronnen zijn Tibetaanse burgers en monniken in Peking, Guangzhou en Chengdu. uitgescholden en bespuugd door voorbijgangers. Een gelijksoortig verslag heeft ICT ook vanuit Singapore gerkegen. Één bron vertelde ICT: ”Ik heb verhalen gehoord van monniken uit Peking, Shanghai, Shenzhen, Guangzhou en Chengdu, waarbij gewone Han Chinezen de mensen die monnikskleren dragen een zware tijd bezorgen. Zij zeggen dat sommige ziekenhuizen weigeren om hen [die gewond raakten tijdens protesten] te helpen. Wanneer zij bij een restaurant aankomen, wordt hun verteld om onmiddellijk weg te gaan. Ik ken enkelen van hen die er mee zijn opgehouden om monnikspijen te dragen zodat zij niet veel aandacht trekken.”
Een Tibetaanse onderzoeker uit Lhasa, die nu in ballingschap leeft, en die Chinese officiële websites heeft gevolgd, evenals blogs die commentaar geven op de protesten, vertelde ICT over zijn bezorgdheid over de vijandige Chinese reacties tegen Tibetanen: Vanaf het begin van de protesten vanaf 10-13 maart, hielden de Chinese staatsmedia dit stil. Na 14 maart begonnen de Chinese media sommige beelden van het protest te tonen, maar alleen beelden van Tibetanen die winkels plunderen en Chinezen aanvallen. Tegelijkertijd is al het andere over Tibet op internet strikt gecontroleerd. Veel Chinezen lieten agressieve berichten op blogs achter. Tibetanen werden slechts als oproerkraaiers afgebeeld, die onschuldige burgers aanvielen. Dit gebeurde om het nationalisme van het Chinese volk op te wekken, en hen aan te moedigen om te verdoezelen dat de protesten hoofdzakelijk vreedzaam zijn geweest. Wat de Chinese regering met zorg vervuld zijn de reacties van haar eigen mensen op de protesten. Er zijn zoveel diepgewortelde problemen in China die te maken hebben met de economie, de werkeloosheid, de verontreiniging en de mensenrechten, dat de regering de doos van Pandora met meningsverschillen niet wil openen.
International Campaign for Tibet roept regeringen en opinieleiders op om China met klem te verzoeken om te stoppen met het demoniseren van de Dalai Lama in het bijzonder en de Tibetanen in het algemeen,” zei Tsering Jampa, Executive Director ICT Europe. Wij roepen de Nederlandse regering en andere EU-staten op om zich uit te spreken voor religieuze vrijheid in Tibet en zich uit te spreken ter verdediging van de Tibetaanse monniken, nonnen en burgers die bij honderden worden gearresteerd, zei mevrouw Jampa.
Terwijl de leider van één van de grootste democratieën in de wereld stil blijft, zijn zelfs Chinezen die in China wonen bereid om zich tegen het hardhandige optreden in Tibet uit te spreken, zei Jampa. Het eerste punt van een 12-punten brief die vandaag door 39 prominente Chinees werd uitgegeven stelde: Momenteel heeft de éénzijdige propaganda van de officiële Chinese media het effect dat etnische spanningen aangewakkerd worden en dat het de situatie, die al gespannen was, verergert. Dit is uiterst schadelijk voor het lange-termijndoel om de nationale eenheid te beschermen. Wij roepen op om met dergelijke propaganda te stoppen.”