Aardbevingsschade aan dammen in Tibet benadrukt risico’s van waterkracht
Op 7 januari veroorzaakte een aardbeving van 7,1 (volgens bronnen van de Chinese overheid 6,8) in Tibet aanzienlijke schade aan meerdere waterkrachtcentrales. Bij vijf van de veertien geïnspecteerde dammen werden problemen geconstateerd, waaronder scheuren en verzakkingen. Uit voorzorg werden drie dammen geëvacueerd. In het epicentrum van de aardbeving, in Dingri County, moesten minstens 1.500 mensen evacueren vanwege de instabiliteit van een dam.
De aardbeving eiste minstens 126 levens en benadrukt de gevaren van waterkrachtprojecten in aardbevingsgevoelige gebieden. Tibet telt momenteel 68 grote dammen, met plannen voor 101 nieuwe. Deze projecten maken gebruik van de waterkracht in de bergachtige regio van Tibet, maar het aardbevingsrisico blijft aanzienlijk.
China streeft ernaar zijn klimaatdoelen te behalen met projecten zoals de Motuo-dam, die drie keer groter is dan de Drieklovendam. Deskundigen waarschuwen echter dat grote dammen in seismische zones kwetsbaarder zijn voor schade door aardbevingen en aardverschuivingen. Het Tibetaanse ministerie van Waterbeheer maakt zich ook zorgen over de verouderde dammen, waarvan meer dan 80% is gebouwd tussen 1950 en 1970. Experts pleiten voor een benadering die zowel de ecologische als de veiligheidsrisico’s in acht neemt bij grootschalige projecten in Tibet, dat gevoelig is voor aardbevingen.