10 jaar Xi Jinping: 10 slechte jaren voor Tibet
In 2013 nam de toen nieuwe secretaris-generaal van de Communistische Partij van China, Xi Jinping, ook officieel de macht over in de Volksrepubliek China als staatspresident. Deze tien jaar van Xi’s leiderschap waren tien slechte jaren voor Tibet. Dit is de conclusie van een nieuw rapport van de International Campaign for Tibet (ICT), dat op 8 augustus is gepubliceerd onder de titel “Generation Change: 10 years of Xi Jinping’s sinification and securitisation of Tibetans“.
Als sommige aanvankelijk hadden gehoopt dat Xi Jinping de welwillende houding van zijn vader ten opzichte van Tibet en de Dalai Lama zou overnemen, werden ze bitter teleurgesteld; in feite is precies het tegenovergestelde gebeurd.
Het Chinese beleid is er nu meer dan ooit op gericht om het Tibetaanse volk te “siniseren” als onderdeel van een assimilatieprogramma voor de lange termijn. Concreet betekent dit dat men probeert de Tibetaanse cultuur, taal en traditie uit te roeien en hen te laten opgaan in de Chinese cultuur.
Om dit doel te bereiken is in Tibet een uitgebreid bewakingssysteem opgezet, waarbij onder andere gebruik wordt gemaakt van massale verzameling van genetische gegevens, gezichtsherkenningstechnologie en kunstmatige intelligentie.
De Chinese heersers in Tibet hebben het vooral gemunt op de jeugd, voor wie Pekings bestuurders een systeem van gedwongen kostscholen hebben opgezet. Tot een miljoen Tibetaanse kinderen worden op deze manier van hun familie gescheiden en gedwongen om in het Chinees te leren in plaats van in hun moedertaal.
In het rapport worden regeringen opgeroepen om druk uit te oefenen op Xi Jinping en het Chinese leiderschap om een directe, inhoudelijke dialoog aan te gaan met de representanten van de Dalai Lama, zonder voorwaarden vooraf.
ICT pleit er ook voor dat de Verenigde Staten de ‘Promoting a Resolution to the Tibet-China Conflict Act’ aannemen, een wetsvoorstel om Peking te dwingen terug te keren naar de onderhandelingstafel. Andere landen zouden moeten overwegen om vergelijkbare beleidsstandpunten in te nemen.