Waarom is Tibet van belang voor de democratisering van China?
Op 2 oktober 2016 nam ik deel aan een conferentie over de mogelijkheid van democratisering van China aan de University van New York. Er waren China experts, Chinees-Amerikaanse academici, Tibetanen, Oeigoeren, en een aantal grote namen in de Chinese democratie beweging, waaronder Tiananmen-veteraan Wang Juntao en schrijver van Vijfde Modernisering, Wei Jingsheng. De conferentie werd georganiseerd door professor Ming Xia van de University van New York en de heer Chin Jin van het Chinese Democracy Forum.
In mijn presentatie beargumenteerde ik waarom Tibet van belang is in deze discussie door voorstanders van Chinese democratie.
Hier is een uitgebreide versie van het punten, die ik naar voren bracht:
Ten eerste moet vanaf het begin van de discussie rekening gehouden worden met de aspiraties van het Tibetaanse volk. Als de pleitbezorgers van Chinese democratie spreken over democratisering van de Volksrepubliek China, dan moeten ze er rekening mee houden dat de huidige China territoriale grenzen een groot aantal volken omvatten, zoals Tibetanen, die geen Chinees (Han) zijn. In feite omschrijft de Volksrepubliek China zichzelf als een verenigd multi-etnisch land met 56 nationaliteiten, die verondersteld worden gelijke rechten te hebben. Daarom moeten Tibetaanse standpunten, onderdeel uitmaken van de discussie, in plaats van dat Tibetanen slechts beschouwd worden als begunstigden van de discussie.
De Chinese communistische regering heeft gefaald, en blijft falen, in het begrijpen van de Tibetaanse aspiraties. Dit is ook de reden, dat zelfs na bijna 60 jaar bezetting, de leiding in Peking niet in staat is geweest om het vertrouwen van het Tibetaanse volk te winnen. De Chinese democraten moet niet dezelfde fout maken.
Ten tweede, hoewel Tibetanen in Tibet leven onder een autoritair regime, heeft het kleine, maar cruciale aantal Tibetanen in de diaspora, een uniek experiment in democratie zonder grenzen ondergaan. In dit proces verwerven Tibetanen steeds meer ervaring in de complexiteiten van democratie, zowel goed als slecht. Deze ervaring is iets, waar mensen, die praten over democratisering van China, naar kunnen kijken en van kunnen leren.
Zijne Heiligheid de Dalai Lama, die voorstander van Tibetaanse democratie is, ontwikkelde zijn gedachtengoed, observeerde de veranderende omstandigheden van de Tibetaanse diaspora, en introduceerde de belangrijke veranderingen in fasen. De Dalai Lama begon het proces in 1960 met de invoering van het concept van representatieve democratie door Tibetanen te vragen om hun afgevaardigden kiezen voor een parlement, dat een stem had in het Tibetaanse bestuur in ballingschap. Een paar jaar later volgde hij met de afkondiging van een ontwerp-grondwet voor de toekomst van Tibet, waardoor het concept van de rechtsstaat werd geïntroduceerd. Tot grote consternatie van de Tibetaanse publiek bepaalde hij dat deze grondwet een afzettings-clausule moest hebben, die, indien nodig, op de Dalai Lama kon worden toegepast. Dit was een zeer belangrijke boodschap, die de Dalai Lama stuurde, namelijk dat niemand geacht wordt boven de wet te staan.
In de daaropvolgende jaren zette de Dalai Lama verdere stappen voor de emancipatie van het Tibetaanse volk. Van het laten kiezen van ministers door het volk (die tot dan toe werden door hem benoemd) tot het opstellen van een handvest, met het specifieke doel om de Tibetaanse diaspora te leiden, die voorziet in de oprichting van de drie pijlers van de democratie: de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht. Het is duidelijk, gezien het feit dat de Tibetaanse diaspora niet opereerde vanuit hun eigen land, dat deze werden aangepast overeenkomstig de voorliggende situatie.
De belangrijkste verandering vond plaats in 2011 toen de huidige Dalai Lama niet alleen al zijn politieke gezag opgaf ten gunste van een gekozen Tibetaanse leiding, maar ook het instituut van de Dalai Lama vrijwel geheel loskoppelde van iedere toekomstige politieke rol.
Daarom moet de Chinese democratische beweging bespreken hoe en waar de Tibetanen passen in hun discussie over de democratisering van China. Dit betekent dat nagedacht moet worden over de bredere problematiek van nationaliteiten. De laatste tijd hebben sommige Chinese geleerden en politici het over een tweede generatie etnische beleid, waarin wordt gepleit voor het afschaffen van vrijwel alle vormen van positieve discriminatie, die (op papier althans, als ik zo vrij mag zijn) voor volken zijn, die tot de minderheden gerekend worden. Wat is de positie van de Chinese democratie pleitbezorgers in dit opzicht? Wat denken ze over de zorgen van het Tibetaanse volk?
Ze moeten ook leren van de Dalai Lama en zijn visie voor Middenweg Benadering om de Tibetaanse kwestie op te lossen. In dit opzicht zal het nuttig zijn voor de Chinese democraten om de rol van de Dalai Lama te begrijpen, niet alleen op de Tibetaanse kwestie, maar ook zijn impact op de bredere Chinese gemeenschap. Samenvattend moeten de Chinese Democratie voorstanders de aspiraties en zorgen van het Tibetaanse volk aanpakken, als deze onderdeel moeten gaan uitmaken van de democratisering van China. Het zou contraproductief zijn om volken, zoals de Tibetanen buiten beschouwing te laten of hun alleen maar te zien als onderdeel van de gemeenschap, die wat extra ruimte moeten krijgen. Ze moeten in gedachten houden, dat er onder Tibetanen geen consensus is over de voorkeur voor een democratisch China, want er zijn mensen die het gevoel hebben dat het niet veel uit zal maken. Ook zijn er stemmen binnen de Tibetaanse gemeenschap, die pleiten voor een onafhankelijk Tibet en er zal gekeken moeten worden over hoe zij in deze discussie passen.
Kortom, de Chinese democratie voorstanders moeten het Tibetaanse volk er bij betrekken, wanneer ze de toekomst bediscussiëren, maar ook stappen ondernemen om de Tibetanen voor zich te winnen binnen de huidige discussie.
Over de schrijver
Buchung K. Tsering
Bhuchung K. Tsering werkt sinds 1995 voor International Campaign for Tibet in Washington, DC en is momenteel vice-president. Hij werkte als journalist bij de Indian Express in New Delhi en als ambtenaar van de Tibetaanse regering in ballingschap (CTA) in Dharamsala, India, voordat hij bij ICT kwam.
Hij is een lid van de Werkgroep, die is opgezet door de Tibetaanse regering in ballingschap om te werken aan kwesties met betrekking tot de dialoog met de Chinese leiding. Hij was ook een lid van het team onder leiding van de gezanten van H.H. de Dalai Lama in de discussies, die ze hadden met de Chinese leiders tussen 2002 en 2010.
Hij schreef artikelen over Tibet en aanverwante zaken geschreven voor Indiase, Nepalese, Tibetaanse, Zwitserse en Amerikaanse tijdschriften. Hij heeft ook getuigenissen afgelegd bij het Amerikaanse Congres namens International Campaign for Tibet.