VN-Mensenrechtenraad aangespoord om bij China aan te dringen om onafhankelijke en onpartijdige toegang tot Tibet verlenen

In een verklaring uitgebracht tijdens de 35e reguliere zitting van de VN-Mensenrechtenraad in Genève vandaag, sprak ICT Mélanie Blondelle, sprekend namens de Helsinki Foundation for Human Rights (HFHR), haar verontrusting uit over de voortdurende golf van zelfverbrandingen in Tibet. Ze drong er bij de Raad op aan om China op te roepen om onafhankelijke en onpartijdige waarnemers onbelemmerde toegang tot Tibet te verlenen, zoals afgesproken door China na haar Universele Periodieke Herziening in 2013.
De Chinese delegatie gebruikte haar Recht van Antwoord om de beschuldiging te uiten, dat de Tibetaanse zelfverbrandingen zouden zijn gemanipuleerd door de Dalai-kliek.
Hieronder volgt de volledige tekst van de verklaring van de Stichting Helsinki voor de Mensenrechten.

Mensenrechtenraad
Vijfendertigste reguliere zitting
15 juni 2017
Punt 4: Algemene Debat – Mensenrechtensituaties die de aandacht van de Raad vereisen
Verklaring door Mélanie Blondelle afgegeven namens de Helsinki Foundation for Human Rights (HFHR)
Dank u mijnheer de Voorzitter.
Onze organisatie wil haar verontrusting tot uitdrukking brengen over de aanhoudende golf van zelfverbrandingen in Tibet.
Sinds februari 2009 hebben ten minste 150 Tibetanen uit alle sectoren van de samenleving zichzelf in brand gestoken in één van de grootste golven van zelfverbrandingen in de afgelopen 60 jaar. Het meest recente geval vond plaats op 19 mei van dit jaar, toen een jonge monnik genaamd Jamyang Losel zichzelf in brand stak in Qinghai.[1]
Maar in plaats van het aanpakken van de oorzaken, die hebben geleid tot deze wanhopige daden van politiek protest, heeft de Chinese regering hierop gereageerd door het intensiveren van de veiligheidsmaatregelen in Tibet, en door het straffen van de vrienden van zelfverbranders, hun families en zelfs hele gemeenschappen. Toen familieleden van de zelfverbrander Pema Gyaltsen afgelopen maart naar het politiebureau in Kardze gingen om te informeren naar zijn toestand, werden ze geslagen en gedwongen om gedurende de nacht in het politiebureau te blijven staan.[2]
Deze maatregelen zijn een flagrante schending van het internationaal recht, dat collectieve bestraffing verbiedt, en lijken ook een dubieuze juridische basis te hebben in de Chinese binnenlandse wetgeving.[3]
In 2012, in het licht van de zelfverbrandingen, spoorde de toenmalige VN-Hoge Commissaris voor de Mensenrechten, Navi Pillay, China aan om onafhankelijke waarnemers toe te staan Tibet te bezoeken en de omstandigheden ter plaatse te beoordelen.
Onder verwijzing naar deze verklaring, dringen wij er bij de Raad voor de Mensenrechten op aan om een beroep op China om onafhankelijke en onpartijdige waarnemers onbelemmerde toegang tot Tibet te verlenen, zoals overeengekomen door China na haar 2013 Universele Periodieke Herziening.[4]
Einde
Voetnoten:
[1] Tibetaanse monnik zet zich in brand in Qinghai in 150ste zelfverbranding, Radio Free Asia, 19 mei 2017,http://www.rfa.org/english/news/tibet/ablaze-05192017121758.html
[2] Jonge boer in eerste Tibetaanse zelfverbranding van 2017 Radio Free Asia, 19 maart 2017,http://www.rfa.org/english/news/tibet/sichuan-immolation-03192017095940.html
[3] Handelingen van Veelzeggende Kwaadaardigheid: De criminalisering van Tibetaanse zelfverbrandingen, International Campaign for Tibet, 31 juli 2014, https://savetibet.nl/publicaties-beeld/rapporten/daden-van-veelzeggende-kwaadaardigheid/
[4] UN Doc. A/HRC/25/5 and A/HRC/25/5/Add.1.