VN-mensenrechten expert op het gebied van armoede bekritiseert etnische minderheden beleid en overheidsbelemmeringen voor zinvolle toegang tot het maatschappelijk middenveld in China
Een mensenrechten expert van de Verenigde Naties op het gebied van armoede heeft de Chinese regering bekritiseerd voor het blootstellen van etnische minderheden in China aan ernstige mensenrechtenschendingen. In een onlangs verschenen rapport over zijn landenbezoek aan China in augustus 2016, schrijft de speciale VN-rapporteur voor extreme armoede en mensenrechten, Philip Alston, dat terwijl de moeilijkheden van Tibetanen en Oeigoeren diep problematisch waren, de meest etnische minderheden in China blootgesteld zijn aan ernstige mensenrechtenschendingen, waaronder met aanzienlijk hogere armoedecijfers, etnische discriminatie en gedwongen migraties.
Hij betwistte verder de bewering van de Chinese regering dat nationaliteiten in China gelijkheid genieten, overeenkomstig de waarborgen in de Chinese grondwet en had kritiek op de kop in het zand mentaliteit van de Chinese overheid in de omgang met etnische minderheden en zei dat bij de implementatie van het top-down en one-size fits all beleid China volhield aan er geen sprake was van weerstand tegen de armoedebestrijding projecten en er geen protesten waren.
In opmerkelijk duidelijke taal wijst de speciale rapporteur bovendien op diverse pogingen van de Chinese autoriteiten om zijn vooronderzoek te belemmeren door middel van intimidatie en represailles tegen het maatschappelijk middenveld, het beperken van bewegingsvrijheid, en het monitoren van zijn bezoek, hetgeen hem belette de overgrote meerderheid van actoren in het maatschappelijk middenveld met enige mate van vrijheid of vertrouwelijkheid te ontmoeten. Het rapport, dat een breed scala aan armoede gerelateerde kwesties in de Volksrepubliek China bestrijkt, staat gepland om besproken te worden tijdens de komende zitting van de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties in Genève.
Kai Müller, directeur van ICT Duitsland en VN-coördinator van ICT zei: Wij zijn blij met de bevindingen van het rapport, omdat er sprake is van een lange geschiedenis van discriminatie van Tibetanen en andere kwetsbare groepen, die onder Chinese heerschappij leven. Het rapport geeft bewijs van aanhoudende ongelijkheid, waarmee Tibetanen en anderen geconfronteerd worden en daarbij het verhaal van de Chinese overheid over rechtvaardige en gelijke economische ontwikkeling in Tibet en andere gebieden fundamenteel tegenspreken. Wij steunen de oproep van de speciale rapporteur aan de Chinese regering om een alles overkoepelende set van beleidsmaatregelen te ontwikkelen, die ervoor gaat zorgen dat mensenrechten een prominente rol spelen in alle aspecten van haar beleidsvorming, in plaats van, zoals nu, afwezig te zijn. Aangezien bezoeken van VN-deskundigen van groot belang zijn voor de mensenrechten in de Volksrepubliek China en Tibet, moet de gedetailleerde documentatie van de speciale rapporteur over pogingen om zijn toegang tot het maatschappelijk middenveld te belemmeren en zijn bewegingsvrijheid in China te beperken zeer serieus worden genomen.
Terwijl het rapport de situatie van de zogenaamde etnische minderheden bekritiseert, juicht het China’s inspanningen en buitengewone successen in armoedebestrijding, die economische en sociale welzijn bevorderen toe, maar heeft kritiek op het feit dat dit zich nog vertaald heeft in een benadering gebaseerd op het behandelen van economische en sociale rechten als mensenrechten. Het merendeel van de betrokken rechten is niet in de nationale wetgeving opgenomen, binnenlandse instellingen bevorderen deze niet als zodanig, en de bestaande mechanismen voor verantwoording zijn grotendeels ineffectief, concludeert het rapport.