Oproep aan VN-Mensenrechtenraad om China onder druk te zetten om aanklachten tegen Tibetaanse taalactivist Tashi Wangchuk te laten vallen

ALGEMENE VERGADERING
Mensenrechtenraad
Zevenendertigste reguliere zitting
1 maart 2018
Punt 3: Rapport van de Speciale Rapporteur voor Mensenrechtenverdedigers
Verklaring van Kai Mueller van ICT afgegeven namens de Helsinki Foundation for Human Rights
Meneer de President,
Wij willen de speciale rapporteur dank voor zijn rapport (A/HRC/37/51) en complimenteren de speciale rapporteur en zijn kantoor voor het werk dat zij ondernemen voor de bescherming van mensenrechtenverdedigers.
Tien jaar na het uitbreken van grote protesten uit op het Tibetaanse Plateau heeft de Volksrepubliek China een hardvochtig beleid uitgerold gericht op het onderdrukken van iedere weerstand tegen haar heerschappij. Als gevolg hiervan kan bijna elke uiting van de Tibetaanse identiteit, niet-geweldadige uitingen van verschil van mening, of kritiek op het etnische of religieuze beleid vandaag de dag door de autoriteiten worden uitgelegd als separatistisch, en dus illegaal.
In deze context krijgen Tibetaanse mensenrechtenverdedigers, die op vreedzame wijze opkomen voor de fundamentele rechten en het behoud van de Tibetaanse cultuur steeds meer te maken met pesterijen, huisarrest, gedwongen verdwijningen, willekeurige detentie en marteling.
Een treffend voorbeeld van de repressie tegen de Tibetaanse mensenrechtenorganisaties is het geval van de Tibetaanse taalactivist Tashi Wangchuk.
Deze jonge Tibetaanse winkelier, die sinds januari 2016 vastzit naar aanleiding van de publicatie van een videoverslag in de New York Times [1] , waarin zijn pogingen om een petitie voor de rechten van de Tibetanen om hun eigen taal op school te spreken en te leren werden gedocumenteerd, is in januari van dit jaar berecht door een Intermediate Court in Yushu op beschuldiging van het aanzetten tot separatisme, een misdrijf waarop een minimum van vijf jaar gevangenis staat. Gevreesd wordt dat hij wellicht veroordeeld zal worden tot gevangenisstraf van maximaal 15 jaar. Tashi Wangchuk heeft niets meer gedaan, dan het verdedigen van de rechten, die beschermd worden door de Chinese grondwet en het internationale recht. Als hij wordt veroordeeld, zou dit in flagrante strijd zijn met zijn recht op vrijheid van meningsuiting.
Meneer de President, we juichen de sterke gezamenlijke, recentelijk door vijf speciale VN-rapporteurs afgegeven verklaring over de zaak van Tashi Wangchuk toe [2] , alsmede de overeenkomstige verklaringen van een aantal regeringen en parlementen, waarin wordt opgeroepen tot zijn vrijlating [3] . We dringen er bij de Mensenrechtenraad op aan om deze oproepen in samenhang te beschouwen en druk uit te oefenen op China om alle aanklachten tegen Tashi Wangchuk te laten vallen en hem onmiddellijk en onvoorwaardelijk vrij te laten.
Dank u, meneer de president.
Voetnoten:
[1] A Tibetan Journey to Justice, New York Times, november 2015,https://www.nytimes.com/video/world/asia/100000004031427/a-tibetans-journey-for-justice.html
[2] China: VN-deskundigen stellen de criminalisering van de taalkundige en culturele rechten aan de kaak, OHCHR, 21 februari 2018,http://www.ohchr.org/EN/NewsEvents/Pages/DisplayNews.aspx?NewsID=22683&LangID=E
[3] Waaronder verklaringen van Duitse, Australische, Franse en Letse parlementariërs en een resolutie van het Europees Parlement.