28 August 2011

Klimaat van angst tijdens aankomst Olympische fakkel in Lhasa: De Tibetaanse autoriteiten leggen nadruk op ‘pattriotische educatie’ om te zorgen voor ‘stabiliteit’

20 juni 2008

Mede op basis van ooggetuigenverslagen heeft ICT een rapport opgesteld over de situatie in Tibet. Het rapport dat voorafgaand aan de aankomst van de fakkel in Lhasa zal worden gepubliceerd, maakt gewag van toenemende angst, martelingen en een intensivering van de veiligheidsmaatregelen in Tibet.

Er heerst angst in Tibet. De afgelopen twee weken zijn strenge beperkingen in Lhasa ingevoerd. Mobiele telefoons zijn ingenomen en internetverbindingen zijn geblokkeerd. Er bestaat veel gevaar voor arrestatie en opsluiting.

Gewapende troepen van de Volkspolitie reizen langs kloosters in de Tibetaanse Autonome Regio (TAR) om monniken ‘relevante informatie’ over de Olympische Spelen te verstrekken. De autoriteiten benadrukken het belang van ‘patriottische educatie’ in de aanloop naar de Olympische Spelen. Ze zeggen dat het essentieel is om ‘de veiligheid en stabiliteit’ te verzekeren in de aanloop naar de tocht van de ‘heilige Olympische vlam’.

Na het hardhandige neerslaan van de belangrijkste opstand tegen Chinese overheersing, 10 maart j.l., is het onbekend waar duizenden Tibetanen zich bevinden. Het rapport bevat nieuw bewijsmateriaal voor het martelen van gevangenen die hebben geprobeerd om informatie het land uit te smokkelen. Er bestaat angst dat het hardhandige optreden in Tibet zal verergeren na de Olympische Spelen, als er nog minder internationaal toezicht is op de situatie in Tibet.

Tsering Jampa, Executive Director International Campaign for Tibet Europe, zei: ‘Terwijl meer feiten aan het licht beginnen te komen over de situatie in Tibet – de intensiteit van het hardhandige optreden, de omvang van de patriottische educatie en het gebruik van marteling – zien wij hoe vastbesloten de Chinese regeringsautoriteiten zijn om de gevoelens van het Tibetaanse volk te onderdrukken en door te gaan met hun Olympische show in Lhasa. Wij zijn vooral bezorgd over de gevolgen voor de mensen die worden vastgehouden of die verdwenen zijn. Wij roepen dringend op tot internationaal onderzoek, niet alleen nu maar ook na de Olympische Spelen, wanneer de gevaren voor de Tibetanen aantoonbaar zullen toenemen.’

ICT roept de Chinese regering op om:

1.   Het gewelddadige hardhandige optreden in Tibet te beëindigen;

2.      Onafhankelijke waarnemers toe te laten tot alle Tibetaanse gebieden als zaak van urgentie;

3.      De verplichtingen van de Chinese Constitutie na te komen op het gebied van de vrijheden van spreken en samenkomst, en niet vreedzaam protest als een misdaad te behandelen. Diplomaten en andere internationale waarnemers zouden toegang moeten krijgen tot processen tegen Tibetanen die verdacht worden van misdaden gerelateerd aan de protesten;

4.      Zorgvuldige processen toe te staan aan alle anderen die in hechtenis zijn genomen, en toegang verlenen aan onafhankelijk adviseurs en verwanten;

5.      Veiligheidskrachten uit de kloosters terug te trekken, en de ‘patriottische educatiecampagne’ te beëindigen, die tot een cyclus van nieuw verzet heeft geleid en slechts riskeert dat er verdere protesten worden uitgelokt.

ICT heeft ook het Internationale Olympische Comité (IOC) opgeroepen om haar gezag en invloed te gebruiken om de media vrije toegang te geven om verslag te doen van de aankomst van de Olympische fakkel in Lhasa. In een brief van 18 juni aan de heer Christophe De Kepper, Stafchef van het IOC, zei John Ackerly, de voorzitter van het ICT-kantoor in Washington: ‘Hoe kan het IOC zich comfortabel voelen met een Olympische fakkeltocht door een gebied dat voor de buitenwereld afgesloten is? (..) Het IOC heeft de verantwoordelijkheid om de Chinese regering onder druk te zetten om buitenlandse media vrije toegang te verschaffen. Of het nu  de fakkeltocht, of een andere Olympische gebeurtenis is.… Het nalaten van het IOC om op te komen voor de Olympische waarden zal het IOC  medeplichtige maken aan de Chinese regeringstactiek. Het zal het erop lijken dat de Olympische fakkel aan de Chinese regering toebehoort en niet aan de wereld.’

Het  ICT-rapport bevat het volgende:

1.        Een inleidende analyse van de protestacties in Tibet sinds maart;

2.        Nieuwe foto’s van een klooster in oostelijk Tibet dat door troepen wordt afgegrendeld;

3.        Eerder ongepubliceerde foto’s van de belangrijkste gevangenis waar politieke gevangenen in Qushui (Tibetaans: Chushur) in Lhasa worden vastgehouden, en waar Tibetaanse gevangenen sinds de protesten hebben geleden onder een toegenomen strenge behandeling;

4.        Details van een geïntensifieerd klimaat van angst en veiligheidsmaatregelen voorafgaand aan de aankomst van de toorts in Tibet, gecombineerd met opgevoerde censuur en inspanningen van de autoriteiten om de situatie als ‘normaal’ voor te stellen;

5.        Hoe de nieuwe focus op ‘patriottische educatie’ het belang benadrukt van het vasthouden van het beleid van de Partij ten aanzien van de Olympische Spelen;

6.        Rapporten over marteling van Tibetanen in detentie en details over Tibetanen die na de protesten momenteel in de gevangenis zitten .

Sinds de protesten op 10, heeft ICT 125 afzonderlijke protestincidenten op het Tibetaanse plateau gedocumenteerd. Van deze 125 protesten zijn er 47 uitgevoerd door monniken, 44 door burgers, en 28 door zowel monniken als burgers. De meerderheid van de protesten vonden plaats in Tibetaanse gebieden in de provincie Sichuan, vooral in de Kardze (Chinees: Ganzi) Tibetaanse Autonome Prefectuur (TAP), waar meer dan 80 nonnen in de afgelopen weken werden vastgehouden na vreedzame protesten. Hoewel de meerderheid van de protesten vreedzaam was, zijn er minstens 14 protesten bekend waar geweld heeft plaatsgevonden, hoofdzakelijk gericht op bezittingen, zoals winkels, banken en auto’s van Chinese eigenaars en op overheidsgebouwen; Op 14 maart hebben Tibetaanse demonstranten in Lhasa leden van de veiligheidstroepen aangevallen en mogelijk Chinese burgers gedood hebben.

Veiligheidstroepen schoten op ongewapende demonstranten en doodden en verwondden in minstens 11 afzonderlijke incidenten op het Tibetaanse plateau. Deze protesten traden op 14 maart in Lhasa op; in Ngaba (Chinees: Aba) TAP in de provincie Sichuan op 16 maart; in de Serthar (Chinees: Seda) prefectuur in Sichuan op 17, 18 en 20 maart; in de Chigdril (Chinees: Jiuzhi) prefectuur in de provincie Qinghai op 17 maart; in de Drango (Chinees: Luhuo) prefectuur in de provincie Qinghai op 24 maart; in de Tawu (Chinees: Daofu) prefectuur in Sichuan op 5 april; en in de Jomda (Chinees: Jiangda) prefectuur in de TAR op 8 april. Er zijn tegenstrijdige rapporten over de gebeurtenissen in Kardze op 18 maart, en ontoereikende informatie in veel andere gevallen. Op 28 mei werd een 21-jarige Tibetaanse studente, Rinchen (of Rigden) Lhamo, buiten het Kardze hoofdkwartier van de autoriteiten van de prefectuur in haar been geschoten nadat zij opriep tot de terugkeer van de Dalai Lama naar Tibet en tot de vrijlating van Tibetaanse gevangenen.

Toen het hoogtepunt van de protesten in de tweede helft van maart voorbij was, intensiveerden de Chinese autoriteiten de patriottische educatiecampagnes in Tibet, vooral in gebieden waar demonstraties of protesten waren geweest. Deze campagnes, die de veroordeling van de Dalai Lama inhouden, vinden al vanaf midden jaren negentig in Tibet  plaats en worden diep gehaat. Eén van de eerste protesten op 10 maart dit jaar, bij het Ditsa-klooster, in de provincie Qinghai, schijnt begonnen te zijn als reactie op een dergelijke campagne.

De intensivering van deze campagnes in de nasleep van ernstige protesten wordt vergezeld door huiszoekingen in kloosters door veiligheidstropene (met inbegrip van kloosters die niet bij eerdere protesten betrokken waren). Monniken en worden gearresteerd als ze foto’s van de Dalai Lama bezitten en de veiligheidstroepen eisen dat ze een verklaring ondertekenen waarbij betrokkenheid bij protesten bekend wordt. In veel gevallen hebben de hoofden van kloosters moeten garanderen dat er geen verdere demonstraties zullen plaatsvinden en zelfs moeten toestaan dat de Chinese vlag gehesen werd. Dit heeft op vijandige gevoelens en onrust veroorzaakt. Ook burgers zijn doelwit in deze nieuwe ronde van patriottische educatie, die eist dat zij de Dalai Lama afzweren en loyaliteit beloven aan de Chinese Communistische Partij (CCP).

Het eerste nieuwe protest dat door de geïntensiveerde ‘patriottische educatie’ werd uitgelokt, was op 18 maart in Nangshik in Ngaba TAP in Sichuan, twee dagen na het protest bij het nabijgelegen Kirti-klooster waarbij op ongewapende demonstranten geschoten werd. (Zie: Monniken en nomaden protesteren: de demonstraties breiden zich over het gehele Tibetaanse plateau uit, ICT, 19 maart 2008). Andere voorbeelden van dergelijke protesten zijn gemeld in de volgende plaatsen: de Sakya (Chinees: Sajia) prefectuur in de TAR op 19 maart; de Nyarong, (Chinees: Xinlong) prefectuur in Kardze TAP op 29 maart; de prefecturen Sog (Chinees: Suo) en Biru  de TAR, ook op 29 maart; de Jomda (Chinees: Jiangda) prefectuur (in Sibda) in de TAR op 14 maart; Yulgen (bij Tsang Gon) en Nyakchuka op 15 april; in Lhasa (Nechung) op 19 april; in de Dege (Chinees: Derge) prefectuur (in Dzakok) in Kardze op 28 april; in de Markham (bij Khenpalung Gon) prefectuur in Sichuan op 12 Mei.

De protesten kunnen worden opgevat als uitdrukkingen van sympathie met hen die gedood zijn tijdens de opstand.

Rapporten door ICT ontvangen, wijzen op strenge veiligheidsmaatregelen in de aanloop naar de aankomst van de Olympische toorts.  Dezelfde beperkingen vonden ook al plaats aan het begin van het belangrijke Tibetaanse religieuze festival Saga Dawa vanaf 4 juni, waarbij de autoriteiten mogelijk vreesden dat het een startpunt kon vormen voor nieuwe protesten. Naast veel veiligheidstroepen waren informanten en politie in burger zichtbaar aanwezig in de straten, vaak vermomd als bedelaars en pelgrims. Schoolkinderen werden ervoor gewaarschuwd dat zij hun families zouden moeten ontmoedigen om in die periode traditionele bedevaartstochten uit te voeren. Een Tibetaanse bron vertelde ICT: ‘Leraren bij één kleuterschool vertelden de kinderen dat zij zouden worden weggestuurd als hun verwanten ceremonies voor Saga Dawa zouden bijwonen.’

Geen buitenlandse toeristen of onbegeleide media worden mogen momenteel de TAR in gaan. Een groep in China gestationeerde internationale correspondenten komt vandaag (20 juni) in Lhasa aan voor een tweedaags bezoek, dat strak door de autoriteiten zal worden gecontroleerd.

Een Tibetaanse bron die nu in ballingschap verkeerd, vertelde ICT: ‘In de aanloop naar de aankomst van de Olympische toorts staan de mensen onder nog groter toezicht dan voorheen. Ze zijn bang. Ze leggen voorraden van gedroogd voedsel aan omdat sommigen nog meer protesten, en hardhandig optreden, vrezen.’

Een ander bewijs van het verscherpte veiligheidsbeleid is te vinden in een rapport van de staatsmedia waarin geschreven wordt over noodsituatiecoördinatiesystemen. (‘Vergroot het veiligheidsbewustzijn, verbreed het werkingsgebied van inspectie’, 17 juni, 2008, (www.chinatibetnews.com). Hetzelfde rapport verklaart: ‘Op dit moment zal 100% van de toeristenbagage worden geïnspecteerd; op basis van risicoanalyses zal 100% van de ingevoerde goederen in overeenstemming met de normen van de analyse worden geïnspecteerd. Tegelijkertijd zal het werkgebied van ontruiming versterkt worden, en zich concentreren op de implementatie van controle en onderzoek.’

De regering heeft voorafgaande aan de aankomst van de Olympische toorts de propaganda-inspanningen opgevoerd om het beeld te geven dat Lhasa ‘terug naar normaal’ is . Één Tibetaanse bron zei: ‘De Chinese autoriteiten zullen verzekeren dat de winkels open zijn en dat Tibetanen de kora [het godsdienstige ritueel van rondgang rond de Jokhang-tempel in de Barkor] lopen op de dagen dat de buitenlandse verslaggevers in Lhasa zullen zijn’. Ondanks de strenge beperkingen ter plaatse probeerde de Partij ook om een beeld van normaliteit op te vervoeren toen de TAR Partijsecretaris Zhang Qingli vorige week in de Barkhor op Xizang (Tibet) TV werd getoond. Op de achtergrond waren Tibetanen te zien die de rondgang om de Jokhang maakten.

Op 5 juni toonden de Chinese media (TV Xizang) hoe  Zhang Qingli op een ‘inspectietour’ ging langs zes kloosters in Lhasa. Hij  beoordeelde de ‘patriottische educatie en politieke situatie in de Sera, Drepung, Ramoche, Potala en Jokhang tempels’. Zhang Qingli zei: ‘Om ons doel van politiek onderwijs in de kloosters te bereiken, hebben wij een geschikt politiek milieu opgebouwd om invloeden van de ‘Dalai Kliek’ op te ruimen en zijn aanhangers neer te slaan. Het politieke educatieprogramma in de kloosters is één van de belangrijkste programma’s van de overheid van de TAR en de centrale regering heeft hier eveneens veel aandacht aan besteed. Iedereen die probeert om onze campagnes te verstoren moet onmiddellijk worden gestraft om een juiste fundering te vestigen voor het vreedzame politieke milieu op de lange termijn in kloosters.’

Een recent rapport in de Chinese staatsmedia, direct verbonden aan de patriottische educatiecampagne om de ‘veiligheid en stabiliteit’ te verzekeren tijdens de Olympische Spelen, verklaart dat ‘patriottische educatie’ in één klooster in de Lhundrub (Chinees: Linzhou) prefectuur in de TAR omvatte dat de monniken ‘relevante kennis’ over de Olympische Spelen ontvingen.

Het rapport verklaarde: ‘Om een vreedzaam en harmonisch Lhundrub te creëren en om veiligheid en stabiliteit te verzekeren tijdens de periode van de tocht van de Olympische heilige toorts en de Olympische Spelen heeft de Gewapende Volkspolitie van de Lhundrub prefectuur verzocht dat de leiders van de Gewapende Volkspolitie in alle gemeenten krachtige patriottische educatie in de kloosters uitvoeren en dat monniken in de kloosters ‘Verordeningen aangaande Godsdienstige Zaken’ bestuderen. Ook de grote ontwikkelingen in Tibet en de relevante kennis over de Olympische Spelen moeten worden gepropageerd, gebruikmakend van beschikbare en voorbeelden om de monniken en nonnen op te leiden om hun patriottische gevoel en hun begrip over de wet te versterken, en hen bewust te maken van de eenwording van het moederland, en zich te verzetten tegen etnische afsplitsing.’(‘ De prefectuur Linzhou ontwikkelt patriottische educatie in kloosters’, 18 juni, 2008, www.chinatibetnews.com.)

De informatiestop in Lhasa en in Tibetaanse gebieden wordt strikt opgelegd door de inbeslagname van mobiele telefoons en het blokkeren van internetverbindingen. Een Tibetaanse bron vertelde ICT: ‘Alle communicatielijnen worden afgeluisterd.  Skype-berichten worden ergens opgeslagen voor toekomstig gebruik. Elke verwijderde file op dezelfde computer kan worden hersteld.’

ICT heeft rapporten van Tibetaanse families die directe bezoeken van veiligheidspersoneel hebben gekregen na het voeren van telefoongesprekken met familie of vrienden in ballingschap. In één geval werd een jonge Tibetaanse vrouw zo hard geslagen dat zij in het ziekenhuis moest worden opgenomen.

Een andere Tibetaanse bron, die nu in ballingschap is, gaf ICT het volgende verslag van de sfeer in Lhasa: ‘Arrestaties van Tibetanen vinden ’s nachts plaats, meestal rond twee uur in de ochtend. Iedereen is zo bang, zowel mensen die wel als niet aan de protesten in maart hebben deelgenomen. Toen de huis-aan-huiszoekingen begonnen [na 14 maart], moesten de Tibetanen hun geheime foto’s van Zijne Heiligheid de Dalai Lama verbergen. Er zijn meedogenloze verhalen over dood en arrestaties. Familieleden van mensen die vermist zijn, gingen van gevangenis naar gevangenis om hun geliefden te zoeken. Velen worden nog steeds vermist. Één vriend van mij zag een vrachtwagen die door twee politiewagens, een aan de voorzijde, een erachter, werd geëscorteerd. Toen zij beter keken, zagen zij in de vrachtwagen het lichaam van ten minste één monnik. De monnikskleding was te zien.’

Volgens een andere bron zijn Tibetanen die na een gevangenschap zijn vrijgelaten lichamelijk of geestelijk gekwetst: ‘[Velen van] hen hebben ernstige verwondingen of geestelijke problemen.’ Dezelfde bron zei dat lokale Tibetaanse politieagenten, die hadden geklaagd over marteling en de agressieve ondervragingstechnieken, waren verdwenen, hoewel dit niet kon worden bevestigd.

‘Soms rapporteren zij zelfs onze dromen’: nieuwe foto’s van de Chushur (Qushui) Gevangenis

Deze foto’s van de Qushui-gevangenis (Tibetaans: Chushur) in de buurt van Lhasa zijn de eerste die gepubliceerd worden sinds het inde zomer van 2005 in gebruik werd genomen als belangrijkste detentiefaciliteit voor politieke en andere gevangenen. De gevangenis, die door Peking als de Qushui-gevangenis wordt beschreven, ligt in een plattelandsgebied ten zuidwesten van Lhasa. Tot 2005 was bij buitenlandse waarnemers niet bekend dat daar sinds de zestiger jaren een detentiefaciliteit is geweest. Sinds de protesten in maart uitbraken, worden politieke gevangenen in Chushur bijzonder ruw behandeld. Aldus een rapport van een Tibetaanse bron. Als er onrust optreedt, worden politieke gevangenen en ex-politieke gevangenen vaak als zondebok uitgekozen. Het is niet bekend of gevangenen na betrokkenheid bij de protesten van maart in Lhasa hun gevangenisstraf uitzitten in Chushur, hoewel dat wel waarschijnlijk is.

De omstandigheden in de strenge veiligheidsfaciliteit in Chushur staan er om bekend dat ze nog stringenter voor politieke gevangenen zijn dan zelfs de Drapchi-gevangenis in de westelijke buitenwijken van Lhasa, waar de meeste politieke gevangenen vóór hun transfer naar Chushur in 2005 worden vastgehouden.

Een politieke gevangene die bekend is met de nieuwe gevangenis vertelde ICT: ‘Aan de buitenkant lijkt de gevangenis zeer modern en veel van de faciliteiten zijn nieuw. Maar binnen is het zeer zwaar en hard voor gevangenen, zelfs in vergelijking met de Drapchi-gevangenis.’ Een tweede voormalige politieke gevangene uit Chushur vertelde ICT dat de ‘ondervraging en marteling die alle politieke gevangenen ondergaan absoluut slechter zijn dan in Drapchi.’ Commentaar gevend op de veiligheidsmaatregelen zei de ex-gevangene, die in ballingschap in India werd geïnterviewd: ‘In elke cel van een politieke gevangene zitten twee criminele gevangenen, één Chinees en één Tibetaan, om op te letten op wat de politieke gevangenen doen en waarover ze spreken. Elke week moesten de twee criminele gevangenen een vergadering bijwonen met de gevangenisautoriteiten en moesten zij melden wat zij zagen en in de cel hoorden … Soms moesten zij zelfs onze dromen melden, als wij iets met betrekking tot een politieke gebeurtenis gezegd zouden hebben.’

De rapporten over de Chushur-gevangenis zijn naar buiten gekomen door Tibetanen die sinds 2004 in ballingschap zijn gevlucht. Het wordt door lokale mensen aangeduid als ‘een gevangenis dichtbij de Drolma Lhakhang’, een tempel langs de hoofdweg die ten zuiden van Lhasa naar Tibet’s tweede stad, Shigatse (Chinees: Rikaze), voert; ‘Nidang zhuang wa chang’ in het Chinees, of Nyethang (Chinees: Nidang)  Baksteen en Tegel Fabriek. De plaats wordt verondersteld in de zestiger jaren gebruikt te zijn voor de huisvesting van gevangenen die bakstenen en tegels moesten maken. De gevangenis is gevestigd in een plattelandsgebied 12 km ten zuidwesten van Lhasa in de provincie Chushur, dichtbij Nyethang bij de hoofdweg die naar Shigatse leidt.

Dezelfde Tibetaanse ex-gevangene, die één van de eerste groep gevangenen was die naar Chushur werden verplaatst nadat het in 2005 opende, meldde dat de gevangeniscellen in elke hoek van de ruimte een videocamera hebben, met een audio-opnameapparatuur in het midden.

De Speciale Rapporteur voor Marteling van de Verenigde Naties, de heer Manfred Nowak, bezocht Chushur tijdens een reis langs gevangenisfaciliteiten in november en december 2005. Tijdens zijn reis in de TAR maakten de ambtenaren aanvankelijk niet het bestaan van de Chushur-gevangenis aan Nowak bekend, totdat hem werd verteld dat de meeste gevangenen die hij in Drapchi wenste te interviewen daar naartoe waren overgebracht.

Volgens een rapport dat volgde op Nowaks reis, deelden ambtenaren de Speciale Rapporteur mee dat de gevangenis voor ‘ernstige criminelen’ was (d.w.z. zij die meer dan 15 jaar straf moeten uitzitten) en dat er meer dan 300 mannelijke gevangenen zaten. Later door ICT ontvangen rapporten meldden dat er in Chushur ook gevangenen worden vastgehouden met kortere straffen.

Sinds maart zijn veel Tibetanen die tijdens huiszoekingen of in kloosters zijn opgepakt naar detentiefaciliteiten buiten Lhasa gebracht. Een bron heeft gezien dat honderden Tibetanen, waaronder veel monniken, door gewapende politie naar een treinstation werden gevoerd op weg naar Qinghai. In een ander voorval kwamen rond de 300 gevangenen uit Lhasa begin april bij het station in Xining, Qinghai, aan. Tibetaanse bronnen vertelden aan ICT: ‘Elke gevangene scheen ernstig gewond te zijn en enkelen hadden bloed op hun gezicht. Er was een oude vrouw in de groep met zware ketens rond haar voeten, en zonder schoenen. Zij was geslagen door de politie.’

Van sommige Tibetanen die na 14 maart werden vastgehouden, is het bekend dat ze zijn vrijgelaten – van sommigen wordt aangenomen dat ze werden opgepakt toen zij levensmiddelen inkochten, terwijl anderen alleen werden opgepakt omdat ze in Tibetaanse gebieden in Lhasa woonden. Een Tibetaanse schrijver rapporteerde meer dan 800 mensen waren opgesloten in een groot pakhuis in een gebied bij het treinstation van Lhasa, veel van hen waren hardhandig geslagen en zij ontvingen geen voedsel.

ICT heeft verder betrouwbare rapporten ontvangen over Tibetanen die uit Lhasa naar detentiefaciliteiten in Sichuan werden gebracht. Een jonge monnik die in Lhasa werd aangehouden omdat hij geen identiteitskaart bezat, werd naar een lokaal detentiecentrum meegenomen en elke dag hard geslagen gedurende een periode van verscheidene dagen, volgens één rapport. ‘Vier mensen sloegen hem tegelijkertijd, elke keer,’ melde ICT’s bron. ‘Tijdens de marteling had hij geen idee van nacht en dag. Met één arm omhoog achter zijn nek langs naar beneden en de andere van achteren van de onderkant van de rug naar boven, bonden zij zijn polsen op zijn rug samen. Het voedsel in de gevangenis bestond uit één klein broodje per persoon en ongeveer 0,6 liter water dat tussen vier tot vijf mensen werd gedeeld. De mensen sliepen op de plaats waar zij naar het toilet gingen en het werd hen niet toegestaan om schoenen te dragen.’ De bron zei dat hij later naar de Mianyang-gevangenis in Sichuan werd overgebracht, en werd vrijgelaten uit vrees dat hij zou overlijden als hij geen medische zorg kreeg. Hij kan nu nauwelijks lopen of spreken en zijn ademhaling is moeizaam. Dezelfde bron zei dat veel Tibetanen uit Lhasa in dezelfde gevangenis zaten.

Foto’s laten de aankomst van troepen en veiligheidsblokkade zien bij een Tibetaans klooster terwijl een nieuwe patriottische educatiecampagne begint

De dramatische foto’s tonen gewapende troepen die 18 april ‘s ochtends bij het Tsendrok-klooster in de gemeente Mayma, Machu (Chinees: Maqu) prefectuur aankomen. Een Tibetaanse bron vertelde ICT dat het militaire konvooi van Lanzhou (Noord West Militaire Divisie), met ongeveer zevenentwintig voertuigen bij het klooster aankwam. In de voertuigen zaten honderden gewapende manschappen. ‘De militairen vielen het klooster binnen, voerden een willekeurig onderzoek uit en vernielden deuren, vensters, en andere voorwerpen.’ Zij kookten eten voor zichzelf uit de voorraden van het klooster, en toen zij die avond vertrokken namen ze een aantal waardevolle en kostbare religieuze voorwerpen mee. Het klooster heeft naar verluidt een klacht ingediend naar aanleiding van de inbeslagneming van de voorwerpen. Gelijksoortige huiszoekingen – waarbij bijvoorbeeld werd gezocht naar foto’s van de Dalai Lama – vonden ongeveer tegelijkertijd in andere kloosters in het gebied plaats. Het is volgens de overleveringen ook gebeurd in de Tongkor (Chinees: Huangyuan) prefectuur in Qinghai en in Labrang (Chinees: Xiahe) in de provincie Gansu. Er zijn aanwijzingen dat deze acties niet door hogere ambtenaren zijn goedgekeurd.

Een andere Tibetaanse bron vertelde ICT: ‘Bij invallen in kloosters zijn persoonlijke bezittingen van monniken, kleine beelden en antieke Chinese kommen gestolen door de politie. Er is bewijs dat de acties zijn uitgevoerd door lokale veiligheidskrachten die de wet in eigen hand namen.’ Het plunderen van kloosters tijdens invallen kwam ook tijdens het hardhandige optreden in de recente eind tachtiger jaren in Lhasa voor.

Volgens rapporten die in het gebied circuleren worden lokale Tibetanen gehinderd door andere acties van veiligheidspersoneel, dat nu in Machu wordt gelegerd – in het bijzonder heeft het nieuws ICT bereikt van militairen of gewapende politie die schieten op Tibetaanse mastiffhonden en hen ook opeten, en dat ze geld meenemen van kloosters waar patriottische educatie wordt afgedwongen.

Een stringente campagne van patriottische educatie is onlangs in de kloosters van het nomadische gebied van de Machu-prefectuur begonnen, waar een groot protest tegen de Chinese overheersing op 16 maart plaatsvond. Er zijn negen kloosters in dit gebied, meestal met kleine aantallen monniken, en veel van hen waren betrokken bij de protesten in maart. Meer dan 100 mensen werden naar het gebied gestuurd om patriottische educatie in de kloosters uit te voeren nadat de protesten in maart waren uitgebroken, en er was een bepaalde nadruk – zoals tijdens andere campagnes in Tibet – over het afzweren van de Dalai Lama.

Een Tibetaanse bron in ballingschap, met contacten in Machu, vertelde ICT: ‘Tibetaanse boeddhistische monniken werden geadviseerd om de regels van de Communistische Partij te leren.’ Dezelfde bron citeerde een monnik uit het gebied die zei: ‘Wat nu in de kloosters gebeurt is een ramp voor monniken. Ze proberen om hun godsdienst te beoefenen maar dat is nauwelijks mogelijk.’ Hetzelfde rapport zei dat sommige monniken de kloosters verlieten in antwoord op de campagne. De patriottische educatiecampagne wordt ook uitgebreid naar de burgers in Machu.

Voorafgaand aan het bezoek van een begeleide groep buitenlandse journalisten aan twee kloosters in Machu op 10 April (zie: Monniken uiten hun bezorgdheid over Chinese beweringen over wapenvondsten, en zij uiten hun opvattingen over de Olympische Spelen, ICT, April 16, 2008), bezocht een groep ambtenaren op provincieniveau onder leiding van de propagandachef van Sichuan het gebied. Volgens een rapport van een Tibetaan in ballingschap met contacten in de regio kregen de monniken nauwkeurige aanwijzingen over hoe zij moesten reageren als verslaggevers hen vragen zouden stelden, zoals: ‘Als je over je mening over de Dalai Lama wordt gevraagd, dan moet je antwoorden door te zeggen dat je je tegen een vrij Tibet verzet en je altijd zal afzetten tegen activiteiten die het land scheiden.’ De monniken werden ook geadviseerd om te zeggen dat zij de door de Chinezen erkende Panchen Lama, Gyaltsen Norbu, accepteren en niet de jongen die door Dalai Lama, erkend is, Gendun Choekyi Nyima, die in Chinese bewaring is.

Op de dag dat de pers aankwam, moesten de monniken gebeden opzeggen in de belangrijkste zaal van de kloosters waar legerpersoneel verdekt was opgesteld. Volgens hetzelfde rapport werd er Tibetaanse burgerkleding aan politiemannen gegeven en werd hen gevraagd om met gebedssnoeren in de hand om het klooster te lopen.

Volgens de diverse rapporten is de situatie in het gebied nog zeer gespannen. In Machu zijn honderden militairen gelegerd. Veel gevangenen in Machu en andere Tibetaanse gebieden werden sinds de protesten in maart vrijgelaten na het betalen van een boete. Deze boetes zijn hoog. Kloosters hebben boetes van monniken betaald die werden vastgehouden. Zesendertig monniken van één klooster in Machu werden vrijgelaten na betaling van een hoge boete van ieder 10.000 yuan (936 euro). De opgelegde boete was aanvankelijk 15.000 yuan (1405 euro) voor sommige monniken, maar na onderhandeling werd die verlaagd. Tijdens de eerste veiligheidszuiveringen na het protest in Machu op 16 maart werden honderden Tibetanen gevangen gezet, maar volgens twee rapporten die uit het gebied werden ontvangen, zijn de meeste van hen nu vrijgelaten, vaak na marteling. Één Tibetan in ballingschap, met contacten in het gebied, vertelde ICT: ‘Het schijnt dat sommigen uit de gevangenis komen met verwondingen die niet altijd zichtbaar zijn. Er werden elektrische veestokken gebruikt bij de genitaliën van zowel mannen als vrouwen.’

Nog maar een week geleden, werd er een bericht geplaatst op de poort van het regeringshoofdkwartier van de stad Machu, waarin verschillende Tibetanen binnen de lokale politiemacht werden genoemd. Volgens een bron stelde de poster dat de schrijver begreep dat de Chinese politie Tibetanen sloeg omdat zij in gevecht zijn met de Tibetanen sinds de invasie [in 1949-50]. Maar het bericht voegde toe dat de auteur niet kan begrijpen waarom de genoemde Tibetanen met hen samenwerken en een dergelijke pijn opleggen aan mede-Tibetanen.

Een verslag door een Tibetaan van marteling tijdens detentie na 14 maart in Lhasa

Een jonge Tibetaan zond enkele details naar een vriend in ballingschap over zijn korte periode in detentie na een huis aan huiszoeking op 18 maart. De Tibetaan, wiens naam niet bekend is bij ICT, zei dat op 18 maart gewapende militairen de deuren van het huis van zijn familie openbraken, de bezittingen doorzochten en leden van zijn familie sloegen, omdat de militairen hen verdachten van betrokkenheid bij de protesten. Het verslag van de Tibetaan komt overeen met andere door ICT verkregen verslagen van detentie na het protest. Hij zei: ‘Ik werd gearresteerd en zij namen me mee, zij bonden mijn duimen achter mijn rug, zeer strak, zodat dit gehele gebied de twee of drie maanden gevoelloos is geweest [zijn gehele linkerduim] Eerst dacht ik dat zij me gingen doden, zij sloegen vele malen op mijn hoofd. Ze brachten me naar een gevangenis. Vier dagen lang vroegen zijn mij niets, ze gooiden slechts met water. Zij gaven ons een half gestoomd broodje per dag. Zij gaven geen water. Iedereen was zeer dorstig en veel mensen dronken hun eigen urine. Wij hadden geen kleren, geen dekens, niets om op te liggen (slechts cementvloeren) en het was zeer koud.’

‘Wij hoorden van alles. Veel mensen hadden gebroken armen of benen of kogelwonden, maar zij werden niet naar een ziekenhuis gebracht. Zij bleven bij ons. Het was vreselijk. Er was een jongen die vier schotwonden had [slechts drie ervan worden beschreven], één de kogel was aan de linkerkant van zijn rug binnengedrongen en er aan de linkerkant van zijn borst, dichtbij zijn hart, uitgekomen; een was van de linker binnenelleboog naar de binnenkant van de linkerpols gegaan, en er was een horizontale wond in zijn rechter bovenarm. Sommige mensen hadden gebroken ribben. Één man was in zijn rechteroog geslagen,  het was helemaal gezwollen en zwart en blauw. De mensen hadden gebroken tanden.’

‘Als mensen geen voedsel krijgen vallen ze soms gewoon om [vallen flauw]. Één jongen viel in het toilet, die in dezelfde ruimte is, en hij sneed zich in zijn gezicht [onder zijn kin langs de kaak]. Veel mensen hebben psychische problemen. Zij zijn de eersten die instorten. Een jongen van [een stad in Tibet] had een ‘hartprobleem’, een psychologisch probleem, en hij was zeer dun. Eerst viel hij twee of drie keer elke dag maar zij verzorgden hem niet …Sommige monniken kregen zakken over hun hoofden en werden weggehaald. Ze  kwamen niet meer terug, dus misschien zijn zij gedood.’

‘Ik ontmoette een oude man, 65 jaar oud, die gebroken ribben had en helemaal gebogen was. Hij kon niet recht op staan, hij was aan het sterven, dus de politie bracht hem naar het Volksziekenhuis, waar elke dag één of twee mensen overlijden. De mensen die naar het ziekenhuis worden gebracht zijn gewoonlijk mensen die schotwonden hebben of geslagen zijn, en zij sterven daar gewoonlijk.’

 ‘Veel vragen werden gesteld aan mensen die nergens schuldig aan waren. Er zijn veel prefecturen in Tibet, zij bellen de politie van elke prefectuur en de mensen uit de prefecturen zijn niet in Lhasa, dat toont hen dus dat de gevangenissen leeg zijn, maar ze werden naar allerlei plekken gebracht, want er zijn in Lhasa zoveel mensen die alles in de gaten houden, dus houden ze iedereen op afstand. Nu weten we niet waar de monniken van [een klooster in Tibet], vrienden en verwanten zijn. Ik wil schrijven maar er zijn overal bewakers. … ij weet dat ze zeggen dat er geen militairen in Lhasa zijn, maar ze zijn in burgerkleding en zij controleren identiteitsdocumenten.’

‘Er zijn een heleboel middelbare scholieren van [een stad in Tibet]. Een zeventienjarige jongen, die niet aan de gebeurtenissen van de 14e [maart] had deelgenomen, werden al zijn kleren afgenomen. Zij bonden zijn handen vast en duwden een kar tegen hem aan tot hij viel, er zijn allerlei martelingmethodes. Deze jongere was zeer jong en hij had niets gedaan. Maar na de marteling zei hij dat hij allerlei dingen gedaan had. Dat gebeurt bij veel mensen. Zij worden gedwongen om dingen toe te geven die zij nooit gedaan hebben. Ik ontmoette een monnik van [een klooster in Tibet] voor ik werd vrijgelaten [in april]. Ik ben zeer ongerust over de monniken. Van een monnik werd zijn vinger dubbel gebogen [toont een volledig gebogen vinger] en omdat hij blind was aan één oog en hij er helemaal niet mee kon zien, werd hij meer dan ons geslagen …. Werkelijk ik kan het niet begrijpen waarom zij vreselijke dingen met monniken doen.’

Het verslag van de Tibetaan bevestigt de andere informatie die door ICT werd ontvangen dat in het bijzonder de marteling van monniken zeer hard is. De Tibetaan, die nu vrijgelaten is, zei: ‘Ik wil iedere dag meer thuis studeren, maar ik kan het niet. Als ik televisie kijk, zijn het allemaal leugens, het doet zo pijn in mijn hart en het is zeer slecht. Dus loop ik door de straten en ik zie dat de militairen me vragen naar mijn identiteitsdocumenten, ze bekijken mijn kaart en vragen me, ‘Wanneer werd je geboren?’ en als je maar een kleine fout maakt, dan ben je er geweest. Zij controleren de foto en je gezicht. Een Chinees kan meteen doorlopen [zonder identiteitsdocumenten], dat is o.k..’

‘Toen ik in de gevangenis zat, beval een Tibetaanse politieagent me: ‘Kniel hier neer!’ Mijn duimen waren achter mijn rug gebonden. Hij ging zitten [op een stoel voor me], zette zijn voet op mijn hoofd en schopte tegen mijn voorhoofd met zijn voet, duwde mijn hoofd achterover en sloeg me steeds opnieuw in mijn gezicht, en ik zag deze man en was zeer bedroefd. Hij is een Tibetaan en nu zie ik hem elke dag, ik heb hem [sindsdien] vele malen gezien, hij is hier bij het politiebureau.’ Een heleboel Chinezen en Tibetanen sprongen op mijn rug en schopten me en sloegen me op het hoofd, zij draaiden mijn hoofd zo dat ik hun gezichten niet kon zien, om me het gezicht te tonen en zulke slechte dingen te doen – dat is het ergste.’

‘Dit is slechts een ervaring, ik kon er een heleboel van leren. In de gevangenis droomde ik soms over eten en ik herinnerde het voedsel dat wij, mijn moeder en mijn zus thuis kookten en ik kon het ruiken, en toen waardeerde ik het werkelijk hoe smakelijk het eten thuis is. Ik eet gewoonlijk alles en dan zeg ik ‘Dat was niet zo goed’ en nu heb ik geleerd dat het heel erg goed is. Dit zijn de vreselijkste dingen die ik ooit in mijn leven gezien heb, maar het leert je om een goede persoon te zijn. Soms, wanneer de kinderen van mijn zus hier waren, en zij hun huiswerk niet deden, dan schreeuwde ik en sloeg hen. Maar als ik nu naar hen schreeuw dan doet het me pijn. Ik heb een heleboel geleerd.’

‘Ik ben ongerust over de kleine Tibetaanse bevolking. Veel mensen sterven tegenwoordig of zijn kreupel door gebroken armen en benen, en dat is zeer slecht. En er zitten mensen in de gevangenis. Ik denk de hele tijd aan de mensen in de gevangenis. Ik denk aan de vreselijke toestand waarin zij zich bevinden. Jonge mensen, 16 of 17 jaar oud, die de hele tijd huilen – het maakt me werkelijk bedroefd. Ik zag mensen met gebroken ledematen en mensen die waren neergeschoten – het zien van hun bleke gezichten is zeer, zeer triest.’

Share this

Het laatste nieuws

15 May 2019

Voor de Nederlandse regering bestaat Tibet niet meer. China Notitie rept met geen woord over Tibet.

Lees meer
4 May 2019

Tibet Actie Team in actie voor Tashi Wangchuk op Bevrijdingsfestival

Lees meer