China's voormalige leider Hu Jintao door de Spaanse rechter aangeklaagd voor beleid in Tibet
Tibetaanse protest poster: misschien spoedig ook in Spanje en de rest van Europa
China’s voormalige leider Hu Jintao is door het Spaanse Nationale Hof (Audiencia Nacional) bij exploot van 9 oktober 2013 aangeklaagd voor genocide in Tibet. Deze ontwikkeling, kort vóór China haar Universal Periodic Review (UPR) ondergaat bij de VN-Mensenrechtenraad in Genève op 22 oktober, zou kunnen leiden tot stappen, die, mocht hij buiten China reizen, de arrestatie van Hu Jintao’s tot doel hebben voor verhoor over de misdaden waarvan hij wordt beschuldigd, of tot de mogelijkheid van het preventief bevriezen van overzeese bankrekeningen. De rechters erkenden dat deze aanklacht tegen Hu Jintao komt op het juridische moment dat zijn diplomatieke onschendbaarheid afloopt.
De uitspraak van het Hof is een baanbrekende ontwikkeling in een rechtszaak in Spanje, waarin aan het beginsel van de “universele jurisdictie” wordt vastgehouden een doctrine die het rechters mogelijk maakt over de nationale grenzen heen te reiken in gevallen van foltering, terreur en andere ernstige internationale door individuen, overheden of militaire autoriteiten gepleegde misdrijven. Na een uitspraak in hoger beroep op 29 juli, volgend op een eerdere afwijzing van een verzoek door de rechter om de rechtszaak uit te breiden tot de voormalige partij secretaris en president Hu Jintao, aanvaardt het hof van beroep nu het door de Spaanse NGO Comite de Apoyo al Tibet (CAT) naar voren gebracht argument voor Hu Jintao’s dagvaarding. Dit omvat de periode dat hij Partij secretaris van de Tibetaanse Autonome Regio was, waarin hij toezag op de oplegging van de staat van beleg in 1989, en ook zijn verantwoordelijkheid voor het beleid over Tibet als President en Partij Secretaris van China na 2003 vanwege het feit dat hij de persoon met de hoogste rang was binnen zowel de partij als de regering.
Jose Elías Esteve Moltó, de belangrijkste onderzoeksadvocaat en initiator van beide zaken, en Alan Cantos van Comite de Apoyo Al Tibet (CAT) in Madrid, het Tibet Support Comité van Spanje, die het baanbrekende werk gedaan hebben in de twee Tibet rechtszaken, stellen: Met deze uitspraak hebben we onze belofte gehouden aan de Tibetaanse slachtoffers en hun families, dat we niet zouden rusten tot een van de personen, die het meest verantwoordelijk was voor de gewelddadige repressie in Tibet, voor het gerecht werd gedaagd. Dit betekent nu dat Hu Jintao gearresteerd zou kunnen worden, niet alleen in Spanje, maar door Europees aanhoudingsbevel in elk land in Europa, of in de andere landen, die een uitleveringsverdrag met Spanje hebben. Als hij buitenlandse bankrekeningen heeft, dan kunnen deze door een gerechtelijk bevel worden geblokkeerd, totdat hij voor de rechter verschijnt of vragen beantwoordt over zijn verantwoordelijkheid voor de misdaden, waarvan hij wordt beschuldigd. Alan Cantos en Jose Elias Esteve merkten ook op dat de rechter Tibet omschreef als een natie en land.
Een in december 2012 door de rechter in Madrid bekrachtigd rapport van International Campaign for Tibet schetst de details van de commandostructuur voor het specifiek beleid in Tibet – van het opleggen van staat van beleg, die geleid hebben tot marteling en een klimaat van terreur, tot de systematisch patriottische opvoeding, waarin Tibetanen gedwongen worden hun verbannen leider de Dalai Lama af te zweren. ICT beschreef hoe de functies binnen de Communistische Partij op alle niveaus voorrang hebben boven die van de Chinese staat, en noemde specifiek leiders, waaronder Hu Jintao, voorheen de hoogste Partij baas in Tibet.
Tsering Jampa, Executive Director van International Campaign for Tibet in Europe, stelt: Deze uitspraak is een krachtig signaal aan de Chinese leiders en is een belangrijke ontwikkeling in het zoeken naar verantwoording op het hoogste niveau in China voor het falende beleid van de Communistische Partij leiders in Tibet. Het is een belangrijke stap op de weg naar universele rechtvaardigheid als methode om te bereiken dat de leiders van de Chinese Communistische Partij strafrechtelijk verantwoordelijkheid afleggen.
De Chinese regering heeft getracht de zaken af te wenden door rechtstreekse interventie bij de Spaanse regering en de rechterlijke macht. Onder het negeren van de scheiding tussen staat en justitiële systeem, hetgeen fundamenteel is voor een gezonde democratie, dreigden de Chinese autoriteiten ook één van Spanjes hoogste rechters te arresteren en te deporteren, die één van de rechtszaken had aangenomen en had voorgesteld om tijdens de voorbereidende werkzaamheden van de zaak met de verdachten in China te praten om hun argumenten om te horen. (ICT verslag, ICT getuigt in het Spaanse Nationale Hof op Chinese leiders beleid inTibet). In deze beroepszaak verzochten aanklager ook de zaak te sluiten en baseerden zich op de bevoegdheid van de Chinese rechtbanken, maar de rechters van de Audiencia Nacional (het Strafhof van het Spaanse Nationale Hof) verwierpen dit argument en stelden dat er geen enkele melding is in welke de Chinese autoriteiten enigerlei onderzoek zijn begonnen naar de feiten die het onderwerp van deze rechtszaak zijn.
Volgens een op 10 oktober door CAT afgegeven verklaring, waarin zij de dagvaarding van de rechtbank citeert, verklaren de rechters dan hun beslissing wordt ondersteund door internationaal bewijs van door Chinese leiders uitgevoerde onderdrukking tegen het Tibetaanse natie en haar bevolking […] de Chinese autoriteiten besloten tot het uitvoeren van een reeks gecoördineerde acties, gericht op het elimineren van specifieke kenmerken en het bestaan van het land van Tibet door het opleggen van de staat van beleg, het uitvoeren van gedwongen verhuizingen en massale sterilisatie campagnes, het martelen van dissidenten en het onder dwang overbrengen van grote aantallen Chinezen om de inheemse bevolking van het land van Tibet geleidelijk te domineren en elimineren.
“In beide rechtszaken antwoordden de genoemde Chinese leiders de rechters via de Chinese ambassade en zeiden dat ze niet zouden meewerken aan de rechtszaken, die ze omschreven als valselijk en voegden eraan toe dat er consequenties zouden zijn als de Spaanse overheid de zaken niet introk. Deze gevolgen materialiseerden zich in een verandering in de Spaanse wet, waardoor de toepassing van universele jurisdictie werd beperkt, aldus Alan Cantos van CAT. (CAT persbericht, 10 oktober, ICT-rapport, China dreigt Spanje over Tibet rechtszaken; rechter kondigt uitbreiding van de zaken aan door het Nangpa schietincident te betrekken).
Ondanks de poging van de openbare aanklager om de meest recente zaak tegen Hu Jintao te sluiten door te stellen dat er geen nationale connectie was, verwierpen de rechters van het hof van beroep dit argument in de aanklacht van 9 oktober, met de verklaring dat de nationale verbinding duidelijk is gezien het feit dat een van de Tibetaanse slachtoffers en mede-eisers de Spaanse nationaliteit heeft (Thubten Wangchen, directeur van de Fundación Casa del Tibet in Barcelona), terwijl ze de openbare aanklagers dit precedent in herinnering brachten om verdere pogingen om dit argument te gebruiken voorkomen.
Op 22 oktober zal China de Universal Periodic Review (UPR) in de Mensenrechtenraad van de VN in Genève ondergaan. In dit proces zal China een peer-review door andere regeringen ondergaan over de vraag of het heeft voldaan aan de gestelde criteria, die China zelf heeft aanvaard om mensenrechten te bevorderen. (ICT-rapport, Onderzoek neerschieten van ongewapende Tibetanen, ICT dringt aan op de vooravond van de mensenrechten beoordeling van China in de VN).