Verbijstering over doodvonnis Tibetaan voor het 'aanzetten tot' zelfverbranding
Een Tibetaanse monnik, genaamd Lobsang Kunchok, werd veroordeeld tot een voorwaardelijke doodstraf1), en zijn neef Lobsang Tsering tot tien jaar voor “opzettelijke doodslag” in verband met de zelfverbranding van acht Tibetanen in Ngaba (Chinees: Aba). Dit terwijl vijf van deze zelfverbrandingen nooit hebben plaats gevonden. De twee Tibetanen zijn slachtoffer van een nieuwe campagne van de Chinese autoriteiten om zelfverbrandingen in Tibet te criminaliseren. De zware straffen zijn de eersten die worden opgelegd aan personen die andere Tibetanen hebben aangezet of gedwongen tot zelfverbranding.
De veroordeling en uitgebreide propaganda rond het proces van de twee Tibetanen (de officiële pers en de staatstelevisie berichtten over deze zogenaamde samenzwering) tonen een harde lijn en systematische reactie van de autoriteiten om zelfverbrandingen te herdefiniëren als criminele activiteiten en ‘krachten van buitenaf’ de schuld te geven voor de zelfverbrandingen. De woordvoerder van het Chinese ministerie van Buitenlandse Zaken, Hong Lei, onthulde op zijn bedoelingen toen hij zei: “We hopen dat door de veroordeling van deze gevallen de internationale gemeenschap de kwalijke en kwaadaardige methoden, die de Dalai-kliek met deze zelfverbrandingen gebruikt, zal kunnen doorgronden en hun misdaden zal veroordelen. (Geciteerd door Associated Press, 31 januari).
De vonnissen werden uitgesproken door de Intermediate People’s Court van de Tibetaanse en Qiang Autonome Prefectuur Ngaba. Op 28 januari bevestigde Xinhua dat de twee Tibetanen niet werden vertegenwoordigd door hun eigen advocaten. Ondanks de bewering van een rechter in de Global Times dat de autoriteiten voldoende bewijs hadden aangedragen om aan te tonen dat dit [de vermeende misdaden] was opgedragen door de krachten in het buitenland, werd geen bewijs overlegd om de veroordeling te rechtvaardigen. De rechter merkte op dat, terwijl de twee Tibetanen werden veroordeeld voor “opzettelijke doodslag” voor “het aanzetten en dwingen” van acht Tibetanen tot zelfverbranding, stelde het ook vast dat: “De vijf andere mensen niet zelfverbrandingen waren gekomen, na moedwillig terugtreden van hun plannen of na interventie door de politie. (Xinhua, 31 januari 2013).
Tijdens het proces meldde Xinhua dat: “Hij droeg een zwart donsjack en het was moeilijk te zeggen aan de hand van het uiterlijk van Lorang [Lobsang] Konchok, dat deze monnik met een Geshe graad, een eervolle en gerepsecteerde academische titel voor Tibetaanse monniken, zijn religieuze positie had misbruikt. Lorang [Lobsang] Tsering, naast hem in een zwarte navy winterjas, keek verward. (Xinhua, 28 januari 2013).
De veroordeling van de twee Tibetanen zal naar verwachting grote verbijstering in Tibet te weeg brengen. Een Tibetaan in ballingschap, die uit het gebied komet en sprak met plaatselijke Tibetanen, vertelde ICT: Lobsang Kunchok en zijn neef zijn goede mannen en gerespecteerd in hun lokale gemeenschappen, en ze hebben waarschijnlijk gehoor gegeven aan verzoeken om gezinnen in nood te helpen. Deze veroordeling tot de dood kan de situatie alleen maar verslechteren en brengt het risico van verdere zelfverbrandingen in Ngaba met zich mee.
Tsering Jampa, voorzitter van de International Campaign for Tibet, zei: Het is moeilijk om deze gerechtelijke dwaling los te zien van het beoogde publiek. Tibetanen die rouwen om het lijden van families en vrienden van mensen die zich zelf hebben verbrand, zullen dit niet ervaren als een passende reactie van de overheid. De internationale gemeenschap, aan wie de woordvoerder van het ministerie van Buitenlandse Zaken zijn opmerkingen richtte, heeft herhaaldelijk een beroep gedaan op de Chinese regering om de onderliggende grieven, die tot de zelfverbrandingen hebben geleid, aan te pakken. De autoriteiten stapelen fout op fout en riskeren verdere onrusten.
In december 2012 hadden de Chinese staatsmedia de detentie gemeld van Lorang (Lobsang) Konchok, een 40-jarige monnik uit het Kirti klooster, en zijn 31-jarige neef Lorang (Lobsang) Tsering, en hen beschuldigd dat zij een rol zouden hebben gespeeld bij het aanzetten tot een aantal zelfverbrandingen. Het bericht van Xinhua zei ook dat de twee Tibetanen informatie hadden doorgegeven aan Tibetanen in India over de mensen die zichzelf in brand hadden gestoken, zinspelend op de aanklacht tegen de twee voor het delen van informatie met mensen buiten Tibet. Sinds de zelfverbrandingen begonnen, en vanaf maart 2008, toen protesten heel Tibet overspoelden, is de Chinese regering betrokken geweest bij de uitgebreide cover-up van martelingen, verdwijningen en moorden, die hebben plaatsgevonden in Tibet en pogingen om te voorkomen dat het nieuws de buitenwereld bereikt.
In dezelfde maand rapporteerde de Gannan Daily over ingrijpende maatregelen van de justitiële en rechtshandhavingsinstanties van de Chinese autoriteiten. Volgens de nieuwe maatregelen zullen criminelen die actief deel te nemen aan het aanzetten tot, dwingen, uitlokken, aanzetten tot, of het assisteren van anderen bij het uit te voeren zelfverbrandingen, strafrechtelijk aansprakelijk worden gesteld voor opzettelijke doodslag in overeenstemming met de desbetreffende bepalingen van het wetboek van strafrecht van de Volksrepubliek China. De nieuwe maatregelen geven ook aan dat mensen, die zichzelf in brand steken, moeten worden behandeld overeenkomstig de omvang van hun kwaadaardige bedoelingen. (Degenen die aanzetten tot zelfverbranding moeten door de wet beteugeld worden’, Gannan Daily, 3 december, 2012. Vertaling naar het Engels door Dui Hua.).
1) Geschorste doodvonnissen worden meestal omgezet in een levenslange gevangenisstraf, tenzij de gevangene in de eerste twee jaar van zijn straf een misdaad begaat.