26 augustus 2011
Tibetaanse regering in ballingschap veroordeelt vonnissen in Tibet en dringt aan op een grootmoedig gebaar van China
31 mei 2010
De Tibetaanse regering in ballingschap maakt zich grote zorgen over het feit dat de Chinese regering wederom een doodvonnis heeft uitgesproken tegen een Tibetaan, en vijf andere Tibetanen tot langdurige gevangenisstraffen heeft veroordeeld.
Volgens het Chinese staatspersbureau heeft het Intermediate People’s Court in Lhasa de 23-jarige Sonam Tsering (geboren in Rachap in het district Payul in Kardze) veroordeeld tot een voorwaardelijke doodstraf (twee jaar), vanwege zijn vermeende rol bij de rellen die plaatsvonden tijdens de vreedzame demonstraties door Tibetanen in 2008, tegen vijf decennia van Chinese onderdrukking in Tibet.
Vijf andere Tibetanen Tashi Choedon, Kelyon, Yeshi Tsomo, Tayang en Tsewang Gyurmey zijn veroordeeld tot lange gevangenisstraffen van drie tot zeven jaar, omdat zij onderdak hebben verleend aan Sonam Tsering.
Wij veroordelen deze hardvochtige straffen dan ook scherp, die zonder een open en eerlijk proces tegen Sonam Tsering zijn uitgesproken.
Deze recente veroordeling is in strijd met de geest van het eerste nationale actieplan op het gebied van de mensenrechten in China (2009-2010). Daarin wordt bepaald dat bij het uitspreken van een doodvonnis de grootst mogelijke voorzichtigheid in acht moet worden genomen, en dat de juridische procedures voor doodvonnissen streng zullen worden toegepast. In dit actieplan staat ook dat de staat effectieve stappen zal ondernemen om te garanderen dat er in alle gevallen een rechtsgeldig, tijdig en onpartijdig proces zal plaatsvinden. Daarnaast zal de staat zorgen voor heldere feiten, voldoende bewijs en rechtmatige procedures.
De veroordeling druist bovendien in tegen Chinas claim dat het geweldige stappen heeft gezet bij het bevorderen en beschermen van de mensenrechten. China beriep zich hier vorig jaar op tijdens de periodieke beoordeling van de mensenrechtensituatie in China door de VN Mensenrechtenraad. Het hoofd van de Chinese delegatie die bij de VN was, de heer Li Baodong, zei ook dat er sinds de oprichting van het Nieuwe China in 1949 een fundamenteel sociaal en politiek systeem is opgericht voor de bevordering en de bescherming van de mensenrechten.
Ondanks deze beloften zijn wij zeer bezorgd over het feit dat er sinds maart 2008 zeven Tibetanen ter dood zijn veroordeeld, van wie er vier op 20 oktober 2009 zijn geëxecuteerd.
De Tibetaanse regering in ballingschap doet nogmaals een beroep op de Chinese regering en de internationale gemeenschap, en in het bijzonder de VN Mensenrechtenraad, om aandacht te schenken aan de verslechterende mensenrechtensituatie in Tibet.
De Tibetaanse regering in ballingschap herhaalt zijn oproep dat China met onmiddellijke ingang alle gewetensgevangenen moet vrijlaten, en een internationaal orgaan moet toelaten voor een onafhankelijk onderzoek naar de situatie in Tibet.
Kalon Kesang Y Takla
Department of Information & International relations Dharamsala
www.tibet.net
De Tibetaanse regering in ballingschap maakt zich grote zorgen over het feit dat de Chinese regering wederom een doodvonnis heeft uitgesproken tegen een Tibetaan, en vijf andere Tibetanen tot langdurige gevangenisstraffen heeft veroordeeld.
Volgens het Chinese staatspersbureau heeft het Intermediate People’s Court in Lhasa de 23-jarige Sonam Tsering (geboren in Rachap in het district Payul in Kardze) veroordeeld tot een voorwaardelijke doodstraf (twee jaar), vanwege zijn vermeende rol bij de rellen die plaatsvonden tijdens de vreedzame demonstraties door Tibetanen in 2008, tegen vijf decennia van Chinese onderdrukking in Tibet.
Vijf andere Tibetanen Tashi Choedon, Kelyon, Yeshi Tsomo, Tayang en Tsewang Gyurmey zijn veroordeeld tot lange gevangenisstraffen van drie tot zeven jaar, omdat zij onderdak hebben verleend aan Sonam Tsering.
Wij veroordelen deze hardvochtige straffen dan ook scherp, die zonder een open en eerlijk proces tegen Sonam Tsering zijn uitgesproken.
Deze recente veroordeling is in strijd met de geest van het eerste nationale actieplan op het gebied van de mensenrechten in China (2009-2010). Daarin wordt bepaald dat bij het uitspreken van een doodvonnis de grootst mogelijke voorzichtigheid in acht moet worden genomen, en dat de juridische procedures voor doodvonnissen streng zullen worden toegepast. In dit actieplan staat ook dat de staat effectieve stappen zal ondernemen om te garanderen dat er in alle gevallen een rechtsgeldig, tijdig en onpartijdig proces zal plaatsvinden. Daarnaast zal de staat zorgen voor heldere feiten, voldoende bewijs en rechtmatige procedures.
De veroordeling druist bovendien in tegen Chinas claim dat het geweldige stappen heeft gezet bij het bevorderen en beschermen van de mensenrechten. China beriep zich hier vorig jaar op tijdens de periodieke beoordeling van de mensenrechtensituatie in China door de VN Mensenrechtenraad. Het hoofd van de Chinese delegatie die bij de VN was, de heer Li Baodong, zei ook dat er sinds de oprichting van het Nieuwe China in 1949 een fundamenteel sociaal en politiek systeem is opgericht voor de bevordering en de bescherming van de mensenrechten.
Ondanks deze beloften zijn wij zeer bezorgd over het feit dat er sinds maart 2008 zeven Tibetanen ter dood zijn veroordeeld, van wie er vier op 20 oktober 2009 zijn geëxecuteerd.
De Tibetaanse regering in ballingschap doet nogmaals een beroep op de Chinese regering en de internationale gemeenschap, en in het bijzonder de VN Mensenrechtenraad, om aandacht te schenken aan de verslechterende mensenrechtensituatie in Tibet.
De Tibetaanse regering in ballingschap herhaalt zijn oproep dat China met onmiddellijke ingang alle gewetensgevangenen moet vrijlaten, en een internationaal orgaan moet toelaten voor een onafhankelijk onderzoek naar de situatie in Tibet.
Kalon Kesang Y Takla
Department of Information & International relations Dharamsala
www.tibet.net