19 December 2014

Tibetaan, die zelfverbranding overleefde naar huis gestuurd met geamputeerde benen; van ‘moord’ op zelfverbranders beschuldigde Tibetanen veroordeeld

  • Een Tibetaanse tiener, Sungdue Kyab, die een zelfverbranding overleefde in de buurt van het Bora klooster in Sangchu in 2012, is na twee jaar met beide benen geamputeerd naar huis teruggekeerd.
  • Een Tibetaanse vrouw is tot drie jaar gevangenis veroordeeld, nadat ze geprobeerd had om een Tibetaan te helpen, die zichzelf in brand had gestoken, in een poging om zijn verkoolde lichaam op te tillen, aldus een van haar familieleden. Twee andere Tibetanen werden veroordeeld tot twee jaar en drie jaar in verband met dezelfde zelfverbranding, als onderdeel van een geïntensiveerde golf van repressie in Tibet, waarbij zij die “een connectie hebben” met een zelfverbrander, met inbegrip van vrienden, familie en zelfs hele gemeenschappen, strafbare feiten ten laste worden gelegd, gemarteld worden en gevangen gezet.


Zelfverbranding en overleving van Sungdue Kyab
Sungdue Kyab, destijds 17 jaar oud, stak zichzelf in brand op de weg naar het Bora klooster in de provincie Sangchu, Gansu, op 2 december 2012. Hij overleefde zijn protest en werd door de politie meegenomen, aldus het ziekenhuis in de stad Tsoe in de Tibetaanse Autonome Prefectuur Kanlho (Chinees: Gannan), provincie Gansu. Zijn familie zocht bij lokale ambtenaren bij tal van gelegenheden informatie over zijn verblijfplaats en welzijn, maar kreeg geen gehoor.
Volgens dezelfde bronnen brachten de autoriteiten Sungdue Kyab’s familie na de zelfverbranding op de hoogte dat hij medische behandeling onderging en dat ze de amputatie van zijn ledematen wilden bespreken. Toen de familie reageerde met vragen over de amputaties en stelden dat ze geen toestemming gaven, tenzij het absoluut medisch noodzakelijk was, hoorden ze niets meer van het ziekenhuis of de autoriteiten, totdat hij eind oktober – bijna twee jaar na zijn zelfverbranding – met zijn beide benen geamputeerd werd teruggebracht naar zijn huis, aldus de Tibetaanse bronnen. Er is geen informatie beschikbaar over de vraag of de amputaties al of niet medisch noodzakelijk waren.
Bij enkele andere Tibetanen, die hun zelfverbranding overleefden – en die een kleine minderheid vormen – zijn ledematen geamputeerd, hoewel geen informatie bekend is over de omstandigheden of medische noodzaak daarvan. Sommige Tibetanen vrezen dat amputaties van ledematen van degenen, die zelfverbranding overleven, volgt na een periode in hechtenis, waarin geen volledige medische behandeling wordt gegeven. Het is mogelijk dat infecties optreden door verwaarlozing van medische zorg, hetgeen de kans op amputaties groter maakt.
Zo kreeg de Kirti monnik Tapey bijvoorbeeld, nadat hij was neergeschoten toen hij zichzelf in februari 2009 in brand had gestoken, niet alleen geen behandeling voor zijn schotwonden, maar kregen de wonden ook geen gelegenheid ??om te genezen, toen hij in hechtenis was, aldus de Tibetaanse bronnen. Monniken van het Kirti-klooster in ballingschap in India zeiden: “Ze gaven geen gelegenheid voor de schotwonden op zijn armen en benen om te genezen, maar openden deze herhaaldelijk opnieuw in naam van medische behandeling.” [1]
In het geval van Sungdue Kyab is niet bekend hoe lang hij in detentie werd gehouden en wat voor medische behandeling hij heeft kregen in het ziekenhuis. Anderen vrezen dat amputaties mogelijk een vorm van straf zijn voor de zelfverbranders.
Een monnik uit Oost-Tibet, die in ballingschap ontsnapte, vertelde ICT, dat sommige Tibetanen, die hun zelfverbranding overleefden, geïsoleerd werden gehouden in het ziekenhuis en vele maanden lang in kritieke toestand verbleven. In één geval hoorde hij dat hun lichaam zo bedekt was met blaren, dat zelfs dokters hen niet konden aanraken, en een machine hielp om hen om te draaien in bed. Hij had gehoord, dat handen of benen van sommige zelfverbranders waren geamputeerd. “Het lijden van Tibetanen, die zelfverbranding overleven is onvoorstelbaar”, zei hij. [2]
Sommige Tibetanen, die zelfverbranding hebben overleefd, zoals Tapey, de eerste Tibetaan die zichzelf in 2009 in Tibet in brand stak, worden door de autoriteiten voor propaganda doeleinden gebruikt. Een documentaire van de Chinese staatsmedia in 2012 omvatte verklaringen van Tibetanen, die zichzelf in brand hebben gestoken en dit overleefd hebben. Hoewel dit niet de bedoeling was, toonde de officiële uitzending de moed van de Tibetaanse zelfverbranders. Ondanks de druk, waaronder ze moeten zijn geweest om spijt uit te drukken voor hun daden, is het opmerkelijk dat Tapey gewoon vertelt over zijn fysieke conditie, en zegt dat de meeste delen van zijn lichaam fysiek zijn genezen en dat hij langzaam kan schrijven met een van zijn handen. De achttien-jarige Kirti monnik Lobsang Kelsang, die zichzelf op 26 september 2011 in brand stak, geeft een soortgelijke bondige boodschap aan de camera, waarbij hij enige verwijzing naar manipulatie door ‘externe krachten’ achterwege laat, en stelt: “Ik heb geen woorden behalve dank – artsen hebben mij een een tweede leven gegeven, allemaal behandelen ze me goed”. [3]


Gevangenis straffen voor Tibetanen in golf van repressie na zelfverbrandingen
Een Tibetaanse nomade vrouw, Dolma Tso, die een 12-jarige dochter heeft, werd op 3 november in Ngaba (Chinees: Aba) veroordeeld tot drie jaar gevangenis, na in detentie onderworpen te zijn geweest aan marteling. Dolma Tso had geprobeerd het verkoolde lichaam van een jonge man, Kunchok Tseten, na zijn zelfverbranding op 3 december 2013 op te tillen. Een Tibetaanse man, Tsang Kunmey, en andere Tibetaanse man, Tsang Gephel, werden tot respectievelijk twee en drie jaar gevangenis veroordeeld in dezelfde zaak, nadat Kunchok Tseten, een vader van twee kinderen, overleden was door zichzelf in brand te steken in het gehucht Meruma in Ngaba, Sichuan (het Tibetaanse gebied Amdo).[4]
Een familielid van Dolma Tso zei dat ze geprobeerd had om de verantwoordelijkheid op zich te nemen en tijdens de ondervraging de twee andere Tibetanen te beschermen, toen ze werd vastgehouden, ondanks de voortdurende marteling. Maar de Ngaba Volksrechtbank, waar ze werd veroordeeld, accepteerde niet dat ze de enige persoon was, die na zijn zelfverbranding dicht bij Kunchok Tseten’s lichaam was geweest, en veroordeelde de twee andere Tibetanen en stelde dat ze het lichaam hadden opgepakt en geprobeerd hadden om het in een voertuig te zetten, aldus dezelfde bron.
Tibetaanse bronnen gaven een verslag van Kunchok Tseten’s zelfverbranding en zeiden, dat men hem luid hoorde schreeuwen, terwijl hij in vuur en vlam op de weg liep, waarbij hij opriep tot een lange levensduur van de Dalai Lama, voor Zijne Heiligheid om terug te keren naar Tibet, en voor Tibetanen. zowel binnen Tibet als in ballingschap, om zich te herenigen, voordat hij op de grond stortte. Er waren een aantal ooggetuigen en men neemt aan dat Kunchok Tseten ter plekke stierf. Sommige Tibetanen probeerden vervolgens het lichaam te beschermen en hebben mogelijk geprobeerd om te voorkomen dat de autoriteiten het weg zouden nemen, waaronder Dolma Tso. In de Tibetaanse cultuur, wanneer een persoon sterft, moet het lichaam enige tijd ongestoord blijven, terwijl de traditionele gebeden en rituelen worden uitgevoerd. Een Tibetaanse bron zei: “Als de autoriteiten het lichaam van een zelfverbrander weg te nemen, geven ze vaak alleen de as terug aan de familie en kunnen ze geen gebeden uitvoeren.”
De Tibetaanse bronnen zeiden ook dat enkele uren na de zelfverbranding, een grote gewapende politiemacht werd ingezet in het gebied, waar Kunchok Tseten was geboren, en overvallen werden gepleegd op huizen van mensen, foto’s van de Dalai Lama in beslag werden genomen, en een aantal Tibetanen, waaronder Dolma Tso, werden vastgenomen. Kunchok Tseten’s vrouw en enkele van zijn familieleden werden ook aangehouden bij de invallen.
Dolma Tso’s broer Kungyam, die in ballingschap woont in Dharamsala, India, zei, dat zijn zus valselijk werd beschuldigd van moord voor het proberen te voorkomen, dat de gewapende politie Kunchok Tseten’s lichaam weg zou nemen. Kungyam zei: “Toen Kunchok Tseten zichzelf verbrandde, probeerde Dolma Tso om hulp te bieden door zijn verkoolde lichaam in het voertuig te leggen. Voor deze daad van onzelfzuchtigheid en hulpvaardigheid, arresteerde de Chinese politie haar op verdenking, dat ze te maken had met de zelfverbranding. In hechtenis is ze haar geslagen en gemarteld.”
In een verklaring op de sociale media na een in Dharamsala, India, gehouden persconferentie door de organisatie van de voormalige politieke gevangenen, ‘Gu Chu Sum’, zei Kunsang: “Met Dolma Tso meegerekend, werden op 3 december 2013 20 Tibetanen uit Meruma, Ngaba, gearresteerd. Hoewel sommige van hen zijn vrijgelaten, zijn tien mensen elf maanden lang in een detentiecentrum vastgehouden, waarbij ze ernstig zijn geslagen en gemarteld. Op dit moment zijn twee monniken van het Kirti klooster, Tenpa en Lobsang Gyatso, die zelf uit Meruma komen, nog niet veroordeeld. De redenen, waarom ze niet zijn veroordeeld, is onbekend. In verband met dezelfde zaak zijn vijf andere mensen uit Meruma, wiens identiteit op dit moment nog onbekend is, veroordeeld tot vijf jaar gevangenisstraf.” (Tibet.net, 6 december 2014).[5]
Dolma Tso’s familie heeft sinds haar aanhouding geen toestemming gekregen om haar te zien. Volgens een rapport is ze na de zelfverbranding in december 2013 in het ziekenhuis gezien, hetgeen er mogelijke op wijst, dat ze een medische behandeling ondering na marteling.
ICT heeft meer dan honderd gevallen gedocumenteerd van Tibetanen, die zijn gevangen gezet en gemarteld als onderdeel van een nieuwe campagne om zelfverbrandingen te criminaliseren. Overeenkomstig de in 2012 in de staatsmedia aangekondigde richtlijnen, kunnen Tibetanen worden veroordeeld voor moord op basis van hun vermeende ‘intentie’ en veronderstelde vermogen om invloed uit te oefenen op een Tibetaan, die zichzelf in brand gestoken heeft. Sindsdien zijn minstens 11 Tibetanen tot gevangenisstraffen of zelfs ter dood veroordeeld op aanklacht van “opzettelijke doodslag”, omdat ze naar verluidt anderen hebben “geholpen” of “aangezet” om zichzelf in brand te steken. In een aantal door ICT gedocumenteerde gevallen is er geen bewijs, dat de veroordeelden ofwel de zelfverbranders vooraf gesproken hebben, of de zelfverbranders zelfs maar kenden.[6]
________________
[1] De Kirti monniken zijn gevestigd in Dharamsala, India. Volgens dezelfde bronnen vertelde Tapey zijn familie toen hij na zijn zelfverbranding naar het ziekenhuis werd gebacht: “Ik ben niet de zoon die jullie graag hadden gezien. Ik had die dag moeten sterven, maar ik slaagde daar niet in” Zie ICT-rapport, ‘Storm in de Graslanden:. Zelfverbrandingen in Tibet en het Chinese beleid’, http://www.savetibet.org/storm-in-the-grasslands-self-immolations-in-tibet-and-chinese-policy/
[2] ICT, 20 juni 2014, http://www.savetibet.org/newsroom/eyewitness-insights-from-tibet/
[3] ICT-rapport, ‘Storm in de Graslanden: zelfverbrandingen in Tibet en het Chinese beleid’, http://www.savetibet.org/storm-in-the-grasslands-self-immolations-in-tibet-and-chinese-policy/
[4] ICT rapport, 5 december 2013: http://savetibet.nl/nieuws-agenda/nieuwsoverzicht/2013/januari-2013/nieuw-rapport-over-zelfverbrandingen-in-tibet-en-het-chinese-beleid/
[5] http://tibet.net/2014/11/06/eight-tibetans-sentenced-to-varying-prison-terms-over-self-immolation-links/
[6] ICT rapport, ‘Handelingen van Significant Evil: de criminalisering van Tibetaanse zelfverbrandingen’, http://savetibet.nl/nieuws-agenda-media/nieuwsoverzicht/2014/juli-2014/daden-van-veelzeggende-kwaadaardigheid-de-criminalisering-van-tibetaanse-zelfverbrandingen-een-speciaal-ict-verslag/
Share this

Het laatste nieuws

15 May 2019

Voor de Nederlandse regering bestaat Tibet niet meer. China Notitie rept met geen woord over Tibet.

Lees meer
4 May 2019

Tibet Actie Team in actie voor Tashi Wangchuk op Bevrijdingsfestival

Lees meer