De verdwijning van Panchen Lama
Gedhun Choekyi Nyima, erkend als de 11e Panchen Lama van het Tibetaans boeddhisme, werd geboren op 25 april 1989 en was zes jaar oud toen hij in 1995 als vermist werd opgegeven en dit nadat hij door de Dalai Lama was erkend. Zijn ontvoering door de Chinese autoriteiten gebeurde twee dagen na deze aankondiging. Gedhun Choekyi Nyima is nu inmiddels al 29 jaar vermist, dit maakt hem een van de langst vastgehouden politieke gevangenen in de hedendaagse geschiedenis.
In het Tibetaans boeddhisme heeft de Panchen Lama aanzienlijke religieuze autoriteit, op de tweede plaats na de Dalai Lama. Een van zijn cruciale rollen is het erkennen van de reïncarnatie van de Dalai Lama, wat zijn belang binnen de spirituele hiërarchie van het Tibetaans boeddhisme benadrukt.
De omstandigheden rondom de verdwijning van de Panchen Lama liggen gevoelig vanwege de politieke implicaties die het heeft over de controle van het Tibetaans boeddhisme en de opvolging van leiderschap. De betrokkenheid van de Chinese overheid bij zijn ontvoering wordt door velen gezien als een poging om deze belangrijke religieuze positie te beheersen en te beïnvloeden. Door de jaren heen is er door de Chinese autoriteiten niets bekendgemaakt over het welzijn van Gedhun Choekyi Nyima en wat zijn huidige situatie is. Dit leidt tot voortdurende acties en oproepen van verschillende mensenrechtenorganisaties om meer duidelijkheid te krijgen over Gedhun Choekyi Nyima.