Monniken komen na zelfverbranding van gerespecteerde Tibetaanse monnik in Amchok bijeen om te bidden
WAARSCHUWING: Aangrijpende beelden |
Portret van monnik Tsultrim Gyatso, die zichzelf in brand stak en overleed op 19 december 2013
Monniken kwamen bijeen om te bidden nadat een gerespecteerde Tibetaanse monnik genaamd Tsultrim Gyatso zichzelf gisteren (19 december) in brand stak en overleed in het dorp Amchok in Sangchu (Chinees: Xiahe), Gansu. Het was de 125ste zelfverbranding in Tibet sinds februari 2009.
Aangrijpende beelden (zie hieronder) van de zelfverbranding van Tsultrim Gyatso, die in het begin van de veertig was, zijn uit Tibet naar boven gekomen. Volgens Tibetaanse bronnen in ballingschap, verzamelden monniken zich bij Amchok om voor hem te bidden, en later op de avond probeerden ze zijn overblijfselen voor een sky burial op het Labrang klooster in Gansu mee te nemen.
Tsultrim Gyatso is de 11de Tibetaan uit het gebied Sangchu in de Tibetaanse Autonome Prefectuur Kanlho (Chinees: Gannan), die zichzelf in brand te steekt sinds de golf van zelfverbrandingen in Tibet in 2009 begon (ICT, Zelfverbrandingen door Tibetanen).
Tsultrim Gyatso was hoog opgeleid en gerespecteerd om zijn kennis van de Tibetaanse geschiedenis en literatuur.
Een handgeschreven door Tsultrim Gyatso ondertekende brief werd door Tibetanen in ballingschap ontvangen. De brief, die naar de zelfverbranding verwijst als offer ter verzekering van de terugkeer van de Dalai Lama naar Tibet, is een sterke, in religieuze taal geschreven bevestiging van het leed en de wanhoop, en benadrukken de kernwaarden van het Tibetaans boeddhisme en het belang van haar voortbestaan. Volgens een door Radio Free Asia aangehaalde bron: Vóór zijn zelfverbranding op een kruising in Sangchu, ging hij na de lunch pauze naar zijn kamer, stak een lamp aan, opende een boek over de leer van Boeddha en schreef zijn één pagina lange afscheidsbrief, aldus vertelde een Tibetaanse docent aan het Dalai Lama Instituut voor Hoger Onderwijs (DLIHE) in Bangalore, India, aan Tibetaanse Nieuwsdienst van RFA. (19 december 2013).
De brief, geschreven in de vorm van een gedicht, met als titel, Gouden Traan, opent met een uiting van zorg, dat het lijden van de Tibetanen niet wordt gehoord en er niets aan wordt gedaan (‘Aan wie moet het lijden van zes miljoen Tibetanen worden geopenbaard? ‘). Het verwijst naar de onderdrukking in Tibet en de exploitatie van de natuurlijke en minerale hulpbronnen. De brief stelt dat de zelfverbranding een offer is voor de terugkeer van de Dalai Lama naar zijn vaderland, de vrijlating van de jonge Panchen Lama (sinds 1995 gevangen gehouden door de Chinese autoriteiten) en voor het welzijn van het Tibetaanse volk, waarbij de brief aangeeft: Voor deze is mijn lichaam aan het vuur aangeboden.
De (door ICT in het Nederlands vertaalde) brief is hieronder weergegeven:
Gouden Traan O! Een traan Geliefde broeder [een respectvolle term die een algemeen publiek lijkt aan te spreken], Heb je het gehoord? Heb je het gezien? Heb je geluisterd? Aan wie moet het lijden van de zes miljoen Tibetanen worden geopenbaard? De Chinese staat is meedogenloos, de schatkist van goud en zilver wordt geplunderd, de onderdanen worden onderdrukt. Hieraan denkend, wellen tranen op. De opoffering van je kostbare lichaam was voor de terugkeer van Gyalwang Tenzin Gyatso [de Dalai Lama] naar zijn vaderland; voor de vrijlating van de Panchen Nangwa Thaye [De Panchen Lama] uit de gevangenis; voor het welzijn van de zes miljoen Tibetanen. Om deze redenen is mijn lichaam aan het vuur aangeboden. Bij gratie van hen, is het gebed voor alle levende wezens uit de drie rijken [1] om te ontsnappen aan de drie vergiften [2] en verder te gaan op het pad van verlichting. (Mijn) Lama en de drie juwelen, [3] het is aan u, zie hen aan met mededogen, die geen beschermers en redders hebben.[4] Broeders van de besneeuwde bergen, verenigt u voor Tibet […] [rest van zin is onleesbaar]. |
Net als in het geval van Tsultrim Gyatso, hebben Tibetanen, die getuigenissen of notities hebben achtergelaten om na de zelfverbranding te vinden, in het algemeen andere Tibetanen niet opgeroepen om deze handelingen ook uit te voeren. Meestal is hun communicatie gericht aan collega-Tibetanen, en niet aan de Chinese autoriteiten of de internationale gemeenschap, en roept ze op tot leven-bevestigende acties, als bescherming van de Tibetaanse culturele identiteit en de verbondenheid met elkaar, als een manier om hun eigen lot te bepalen.
De jonge Kirti monnik Phuntsog, die zichzelf op 16 maart 2011 in brand stak, vertelde collega-monniken terwijl hij stervende was: Mijn laatste boodschap aan de zes miljoen Tibetanen is om zich te verenigen, zoals malas [gebedskralen] aan een touwtje, alle Tibetanen onderling verbindend. Het Tibetaanse volk dient zo veel mogelijk voor deze zaak samen te werken (De ICT-rapport. ‘Storm in de Graslanden omvat een analyse van achtergelaten aantekeningen en verklaringen van degenen, die zichzelf in brand hebben gestoken.)
WAARSCHUWING: Aangrijpende beelden |
Tsultrim Gyatso, in lichterlaaie na zijn zelfverbranding.
Tsultrim Gyatso, in lichterlaaie na zijn zelfverbranding.
Het lichaam Tsultrim Gyatso na zijn zelfverbranding.
Voetnoten:
[1] Volgens de boeddhistische kosmologie, zijn er drie rijken – of types – van bestaan: het Rijk van de Hebzucht, het Rijk van de Vorm, en het Rijk van de Vormloosheid
[2] De drie boeddhistische vergiften zijn onwetendheid, gehechtheid en afkeer.
[3] De drie edelstenen, of drie juwelen, zijn: de Boeddha (ofwel de historische Boeddha, of de Boeddha natuur, het hoogste spirituele potentieel dat in alle wezens bestaat), de Dharma (de leer van de Boeddha) en de Sangha (de gemeenschap van praktiserende boeddhisten, of de gemeenschap van boeddhistische monniken en nonnen).
[4] Dit is waarschijnlijk een verwijzing naar de afwezigheid van de Dalai Lama in Tibet en de situatie van de religieuze onderdrukking. Een Dharma Beschermheilige is een emanatie van een Boeddha of een Bodhisattva wiens belangrijkste functies zijn om innerlijke en uiterlijke obstakels weg te nemen, die beoefenaars verhinderen in het verkrijgen van spirituele realisaties, en te voorzien in alle noodzakelijke voorwaarden voor hun beoefening.