Drie organisaties roepen EU op tot verdere sancties tegen mensenrechtenschenders in Tibet
In een gezamenlijke brief hebben de International Federation for Human Rights (FIDH), de International Campaign for Tibet (ICT) en het World Uyghur Congress (WUC) de EU opgeroepen om haar lijst uit te breiden van personen die onder bevriezing van tegoeden en een reisverbod vallen vanwege hun betrokkenheid bij mensenrechtenschendingen in de Volksrepubliek China.
De organisaties legden de EU namen voor van vier Chinese functionarissen die ter verantwoording moeten worden geroepen voor hun rol bij systematische schendingen van de mensenrechten.
Andrea Giorgetta, directeur van de Azië-desk van de FIDH, verklaarde “Na de eerste EU-sancties tegen vier Chinese functionarissen, roepen wij de EU en haar lidstaten op om deze lijst uit te breiden met nog meer functionarissen die betrokken zijn bij ernstige mensenrechtenschendingen in Oost-Turkistan (Chinees: Xinjiang) en in Tibet. De EU moet haar vastberadenheid blijven tonen om de onaanvaardbare schending van de mensenrechtennormen door individuen in de staats- en partijleiding, die gericht zijn tegen het Tibetaanse en Oeigoerse volk, aan te pakken”.
WUC-voorzitter Dolkun Isa zei: “Hoewel de eerste EU-sancties tegen vier Chinese functionarissen en een entiteit die medeplichtig zijn aan de genocide en misdaden tegen de menselijkheid tegen het Oeigoerse volk een eerste stap in de goede richting waren, vragen de omvang en de ernst van China’s misdaden om een aanvullende reactie. Vooral na de uitspraak van het Oeigoertribunaal mag niet worden toegestaan dat Chinese functionarissen die de directe verantwoordelijkheid dragen voor de massale internering van miljoenen Oeigoeren, ontsnappen aan hun verantwoordingsplicht.”
Bijna een jaar later, en ondanks enkele stappen in de goede richting, doet het buitenlands beleid van de EU nog steeds geen recht aan de ernst van de mensenrechtensituatie in China. Hoewel onze organisaties verheugd waren over de opschorting van het Investeringsverdrag het afgelopen voorjaar, blijven we bezorgd dat de overeenkomst in de toekomst opnieuw zou kunnen opduiken terwijl belangrijke mensenrechtenkwesties niet worden aangepakt. FIDH, ICT en WUC zijn ook van mening dat de sancties tegen slechts vier Chinese functionarissen onvoldoende zijn, omdat ze niet de volledige omvang van de mensenrechtenschendingen door de Chinese regering omvatten.
FIDH, ICT en WUC roepen de EU vandaag op om de lijst van personen op wie beperkende maatregelen van toepassing zijn, uit te breiden met plegers van mensenrechtenschendingen die niet alleen plaatsvinden tegen Oeigoeren, maar ook tegen Tibetanen en andere etnische en religieuze groepen in het hele land, die in het hele land – dus niet alleen in de Oeigoerse regio – hebben gehandeld. In deze verklaring wordt de EU verzocht te overwegen de lijst van sancties tegen Chinese functionarissen die betrokken zijn bij de onderdrukking van Oeigoeren uit te breiden en een lijst op te stellen van degenen die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van het repressieve beleid dat massale interneringskampen en een systematisch assimilatiebeleid in Tibet omvat.
Vincent Metten, directeur EU-beleid voor de International Campaign for Tibet, verklaarde “De algemene mensenrechtensituatie in Tibet is zeer sterk verslechterd, met name onder het leiderschap van president Xi Jinping. Meer dan 150 Tibetanen zijn sinds 2009 tot zelfverbranding overgegaan om het Chinese beleid en het gebrek aan fundamentele mensenrechten in Tibet aan de kaak te stellen. De benoeming van Wang Junzheng tot hoofd van het partijcomité van de Tibetaanse Autonome Regio, die op de EU-lijst van sancties staat vanwege zijn rol bij de schendingen van de mensenrechten tegen Oeigoeren, geeft aan dat de Chinese autoriteiten van plan zijn een ijzeren vuist te blijven gebruiken om het Tibetaanse volk te onderdrukken. Wij dringen er bij de EU op aan dat het mensenrechtenbeleid alleen geloofwaardig is wanneer het consequent is.”
Als volgende stap zou de EU op haar sanctielijst ook Chinese functionarissen moeten plaatsen die verantwoordelijk zijn voor het gewelddadige optreden tegen pro-democratische stemmen in Hongkong, en voor het staatsbrede beleid van bewaking, intimidatie, censuur, willekeurige detenties en gedwongen verdwijningen van mensenrechtenverdedigers, journalisten en dissidenten op het vasteland.
De personen die wij ter overweging aan de EU voorleggen, hebben een belangrijke rol gespeeld bij het ontwerpen en uitvoeren van het drastische beleid van de Chinese Communistische Partij op het gebied van “veiligheid”, “sinisering” en “terrorismebestrijding”. In sommige gevallen zijn zij binnen de Communistische Partij beloond met prestigieuze promoties voor hun uitvoering van het repressieve bewind van Peking. Op het moment van indiening kunnen zij nog steeds vrij reizen en zaken doen in de EU.
Het is hoog tijd dat de EU zich als wereldleider meer gaat inzetten tegen China’s aanvallen op de burgerbevolking. Wij hopen dat de in onze verklaring opgenomen lijst van functionarissen een verdere stap kan zijn in de richting van de eerbiediging en bescherming van de mensenrechten in China.