Derde zelfverbranding in Tibet binnen een week
De 27-jarige stak zichzelf in brand en stierf op 6 oktober 2012 in protest tegen de Chinese bezetting van Tibet.
De vierenvijftigste Tibetaan stak zichzelf in brand in een duidelijke protest tegen de Chinese overheersing van Tibet. Naar verluidt overleed hij ter plekke. Het incident vond plaats in de buurt van het Kanlho Tsoe Dokar Gelug klooster, gelegen in Tsoe, Amdo, in de Tibetaanse Autonome Prefectuur Kanlho (Chinees: Gannan), in de provincie Gansu.
Bronnen in ballingschap verklaren dat Sangay Gyatso, 27, zichzelf in brand stak rond het middaguur lokale tijd. Foto’s die op internet zijn verschenen, tonen hem verkoold en in vlammen.
Sangay Gyatso was een echtgenoot en een vader van twee kinderen en voorzag met een klein bedrijfje in zijn levensonderhoud. Zijn vrouw heet Dorjee Kyi en de namen van zijn ouders zijn Gompo Dhondrup en Gompo Tso. De familie van Gyatso heeft een agrarische en nomadische achtergrond. Bronnen hebben VOA verteld dat hij schreeuwde om de spoedige terugkeer van de Dalai Lama naar Tibet. Ook deed hij een oproep voor het recht op religie en taal. Choe Gyamtso, een voormalige buurman van Gyatso, die nu in ballingschap woont, heeft vernomen dat Gyatso’s lichaam, na het uitvoeren van gebeden in het klooster, naar zijn huis werd meegenomen. Het aantal Tibetanen dat naar zijn huis kwam om hem eer te betonen, bleef de hele zaterdag toenemen. Andere bronnen met contacten in de regio zeggen dat na het protest van Gyatso de omgeving zeer gespannen was en dat honderden veiligheidstroepen ingetrokken waren in het plaatselijke klooster.
Sangay Gyatso’s protest brengt het aantal zelfverbrandingen in Tibet sinds 2009 op 54, en komt slechts twee dagen na die van de 43-jarige Gudrup, een schrijver / blogger, die eveneens overleed bij zijn protest in de Tibetaanse Autonome Regio Nagchu. Deze twee zelfverbrandingen zetten een patroon voort dat zich over het laatste jaar ontwikkelt, namelijk dat steeds meer gewone Tibetanen uit alle lagen van de bevolking hun toevlucht nemen tot deze drastische protesten, en dat deze steeds vaker plaatsvinden in de ‘Tibetaanse Autonome Regio’.
Het Tibetaanse Centrum voor Mensenrechten en Democratie, een in ballingschap in Dharamsala gevestigde NGO, stelt in een rapport uit april 2012 dat de Prefectuur Kanlho getuige is geweest van aanhoudende Tibetaanse protesten tegen de Chinese overheid. Er is geen enkele provincie in Kanlho, die sinds 2008 niet getuige is geweest van een demonstratie of protestmars. Zelfs Tibetaanse schoolkinderen kwamen in opstand. In 2008 werden 12 bekende Tibetanen doodgeschoten door veiligheidsagenten voor deelname aan vreedzame protesten. In de afgelopen maanden stierf een Tibetaanse schoolmeisje, Tsering Kyi, door zelfverbranding in een protest in de provincie Machu (Chinees: Maqu). Andere gevallen van willekeur en officiëel machtsmisbruik komen vaak voor in de Tibetaanse gebieden in Kanlho.
Sangay Gyatso’s protest komt ook slechts een week nadat de Bijzondere Algemene Vergadering van Tibetanen in ballingschap verontrusting en bezorgdheid over het verlies van mensenlevens door zelfverbrandingen naar voren had gebracht. De vergadering verklaarde ook dat het Chinese beleid in haar bestuur in Tibet de oorzaak is van de zelfverbrandingen en dat de Chinese regering als enige verantwoordelijk is voor de verder verslechterende situatie in Tibet.
Tenzin Atisha, woordvoerder van het in ballingschap in Dharmasala, India, gevestigde Centraal Tibetaanse Administratie, bracht de droefheid tot uitdrukking over het aanhoudende nieuws van zelfverbrandingen in Tibet, ondanks de oproepen van Tibetanen in ballingschap om zulke drastische maatregelen te stoppen. Hij verklaarde dat het aan de Chinese overheid is om de moed te tonen om de Tibetaanse kwestie op te lossen door middel van dialoog.
Sangay Gyatso liet een vrouw, een 7 jaar oude zoon, en een 5 jaar oude dochter achter.