De spanningen escaleren in Qinghai: Zelfverbranding in Rebkong, Studentenprotesten, Monniken herdenken 10 maart
Er wordt gevreesd voor de veiligheid van de Tibetanen in Rongpo in Rebkong, Qinghai, nadat de zelfverbranding van een jonge monnik vanochtend (14 maart) uitmondde in een vreedzame bijeenkomst van Tibetanen, waarbij gebeden werden opgedragen en vervolgens geprotesteerd tegen het Chinese beleid.
Ondanks de intense militaire opbouw en beperkingen in het gebied van kracht zijn, is er zeldzaam filmmateriaal en foto’s naar boven gekomen uit het gebied. Het materiaal toont biddende Tibetanen op de plaats van de zelfverbranding, gevolgd door de protesten, waarin opgeroepen wordt voor de terugkeer van de Dalai Lama naar huis. De beelden circuleren onder Tibetanen op Facebook en kunnen online bekeken worden op de website van de Tibetaanse Nieuwsdienst van Voice of America1).
Overig nieuws bereikte ICT over de volgende onderwerpen:
A Een herdenking van de Tibetaanse opstand van 10 maart 1959 (en de protesten van 2008) door monniken van de historische Lhamo Dechen klooster in Chentsa, (Chinees: Huangnan), Malho, Tibetaanse Autonome Prefectuur, Qinghai, dat nu volledig afgesloten is. ICT ontving beelden van een ceremonie met wierook door de monniken op 10 maart.
B Een demonstratie op 16 maart door honderden studenten in de straten van Tsekhog (Chinees: Zeku of Zekog Xian), eveneens in Malho, Qinghai. De studenten deden een oproep voor de vrijheid om hun eigen taal te spreken, gelijkheid van nationaliteiten, en beëindiging van de intensieve militaire opbouw in Tibet. De autoriteiten hebben gezegd dat de situatie in Tibet “een oorlog tegen separatistische sabotage” is, en door het klimaat van angst en de mate van intimidatie nemen de spanningen toe (Tibet Daily, 10 februari 2012).
Zelfverbranding van Jamyang Palden
Jamyang Palden, een monnik van in de dertig uit het Rongpo klooster in Rebkong (Chinees: Tongren), Qinghai (het Tibetaanse gebied Amdo), stak zichzelf deze ochtend in brand. Het is de eerste zelfverbranding in Rebkong, en de 28ste in Tibet sinds februari 2009. Jamyang Palden overleefde de zelfverbranding, maar zijn toestand is ernstig volgens de Tibetanen in ballingschap, die in contact staat met mensen uit de regio.
Jamyang Palden werd geboren in het dorp Lang Gyapo in Rebkong, dat gelegen is in Malho (Chinees: Huangnan) Tibetaanse Autonome Prefectuur in de provincie Qinghai. Een Tibetaanse vriend van hem, die nu in ballingschap is, zei: “We waren enkele jaren geleden op hetzelfde klooster en ik herinner me hem als een echte hardwerkende en nederige monnik. Hij was een hele goede monnik. Ik herinner me hem, terwijl hij zijn teksten las in de nacht, hij was altijd zeer gewetensvol en was een rolmodel voor ons allemaal. Sommige monniken praten vaak over politiek, waaronder ik zelf, maar dat deed hij nooit, hij sprak altijd over religie. Natuurlijk sprak hij vaak over Zijne Heiligheid, dat deze wij allemaal. Maar ik heb hem al vele jaren niet meer gezien; ik weet dat de dingen ingrijpend veranderd zijn en veel erger werden na 2008. Het moet zeer moeilijk zijn om nu te overleven. Er is zo veel bewaking, het is onmogelijk om zelfs maar adem te halen, onmogelijk iets te zeggen. Ik weet niet wat er in zijn gedachten omging [voordat hij zichzelf in brand stak]. Wanneer je 19 of 20 bent en je sommige dingen doet, denk je die niet echt door over de gevolgen. Maar op zijn leeftijd, in zijn vroege jaren dertig, en gezien zijn karakter, moet hij goed doordacht hebben wat hij zou gaan doen.”
Jamyang Palden stak zichzelf in brand op het Dolma plein, in de buurt van het Rongpo klooster, wat het belangrijkste klooster in Rebkong is. Monniken en lokale bewoners namen hem mee naar het ziekenhuis, maar het lijkt erop dat hij inmiddels is teruggebracht is naar het klooster. Ondanks de opbouw van troepen, tonen de beelden van Rebkong van vandaag lokale mensen, bijeengekomen op de plaats van zijn zelfverbranding, rustig biddend voor hem1). De bijeenkomst leidde tot een vreedzaam protest, waarbij de Tibetanen vragen om de terugkeer van de Dalai Lama naar Tibet.
Er wordt gevreesd voor de veiligheid van de Tibetanen in Rebkong als gevolg van de militaire opbouw na de zelfverbranding.
Rongpo (ook bekend als Rongwo) is het administratieve centrum van de provincie Rebkong en het klooster is een oude centrum van Tibetaanse religieuze traditie, opgericht in 1301. Er zijn ongeveer 35 kloosters afdelingen in Rongpo, dat bekend staat om haar expertise in de Tibetaanse geneeskunde en schilderkunst.
In Rongpo vond er een vreedzaam protest plaats op 17 april 2008, waarin de monniken de vrijlating eisten van monniken die opgepakt waren tijdens de eerste golf van protest een maand eerder. Iets meer dan een jaar later pleegde één van de monniken, de 43- jarige Sheldrup, die was vastgehouden als gevolg van de protesten, zelfmoord als gevolg van de marteling tijdens zijn hechtenis6).
Studenten protesten in Malho
Volgens Tibetaanse bronnen in ballingschap, marcheerden honderden studenten uit minstens twee scholen in Tsekhog3) naar het regeringskantoor van de provincie, waarbij sommigen spandoeken meedroegen. De studenten riepen op voor de vrijheid om hun eigen taal te spreken en gelijkheid van nationaliteiten, niet-confronterende en gematigde verzoeken, die ook in 2010 door studenten en docenten in Qinghai werden gedaan tijdens een reeks van vreedzame demonstraties in Rebkong en Chabcha, en ook in Beijing7).
In de eerste bekende en specifieke verwijzing naar de militaire opbouw in Tibet sinds de zelfverbrandingen en gerelateerde onlusten begonnen, hebben de studenten blijkbaar ook opgeroepen om een ?einde te maken aan de intensieve veiligheidsmaatregelen in de Tibetaanse gebieden. Naar aanleiding van de zelfverbrandingen en onlusten hebben de Chinese autoriteiten de verstikkende en benauwende maatregelen opgevoerd en de aanwezigheid van paramilitaire troepen, die in de eerste plaats bij het ontstaan van de onrusten bijdroegen, uitgebreid. Dit heeft het klimaat van angst in Tibetaanse gebieden verder verdiept en het gevaar van verdere zelfverbrandingen vergroot.
Sekhog is bijna 100 km van Rebkong in dezelfde prefectuur en het protest vond blijkbaar later op de dag plaats, na de zelfverbranding van Jamyang Palden.
Dappere religieuze herdenking van nationale opstand; klooster afgesloten Het Lhamo Dechen klooster in Chentsa (Chinees: Jaincha of Jainca Xian) provincie, ook in Malho, is momenteel in volledig afgesloten na een moedige en vreedzame religieuze herdenking van 8 tot 10 maart. Volgens Tibetaanse bronnen in ballingschap, die in contact staan met mensen in het gebied, hebben monniken van Lhamo Dechen boter beelden gemaakt (een traditionele vorm van offerande) van de Dalai Lama en ook van de Tibetaanse ‘Snow Lion’ vlag, hetgeen verboden is in Tibet. De monniken en de plaatselijke bevolking zochten een manier om een specifiek gebedsfestival te vieren, als onderdeel van het streven om de specifieke lokale tradities te behouden.
Op 10 maart, de dag dat de Tibetaanse opstand van 1959 wordt herdacht, kwamen minstens 50 monniken van het Lhamo Dechen klooster bijeen om wierook te branden aan de voorkant van het klooster. Volgens dezelfde bronnen riepen monniken tijdens de bijeenkomst om de terugkeer van de Dalai Lama naar Tibet en voor de vrijheid. Ze begonnen naar de provinciestad Jentsa te marcheren, zo’n 25 kilometer verderop.
Een Tibetaanse bron van Amdo in ballingschap zei: “Veel lokale mannen en vrouwen, jong en oud, zagen hen en kwamen naar de monniken om te vragen de mars te beëindigen uit vrees voor een hardhandige reactie. Terwijl ze spraken, hadden ze tranen in hun ogen. De monniken zijn vervolgens niet verder gegaan. Niettemin kwamen die middag meer dan vijf militaire vrachtwagens vol gewapend personeel naar het klooster en de huidige situatie daar is niet bekend.”
Lhamo Dechen klooster is het grootste klooster in de provincie Chentsa, gelegen op een bergkam ten Zuidoosten van de provincie stad, te midden van Tibetaanse boerendorpjes.