4 July 2012

China: Willekeurige Uitzettingen van de Tibetanen van Lhasa escaleert

Tibetanen uit gebieden waar protesten plaatsvinden, zijn het doelwit van ongekende veiligheidsmaatregelen

(New York) – Maar liefst enkele honderden Tibetanen uit de oostelijke gebieden van het Tibetaanse plateau, die gevestigd zijn in Lhasa, de hoofdstad van de Tibetaanse Autonome Regio (TAR), zijn op willekeurige wijze verdreven uit de stad als onderdeel van drastische beveiligingsmaatregelen, aldus Human Rights Watch. De beleidsmaatregel lijkt te zijn genomen naar aanleiding van een incident op 27 mei 2012, waarbij twee Tibetaanse demonstranten uit Oost-Tibet zichzelf in brand staken aan de voorkant van Lhasa’s beroemde Jokhang tempel.

Sinds het Jokhang incident hebben veiligheidstroepen in Lhasa identiteitscontroles in de straten van de stad sterk opgevoerd. Tibetanen uit gebieden waar recentelijk protesten hebben plaatsgevonden, in het oosten van Tibet, zijn verordend om niet alleen de hoofdstad, maar ook de TAR te verlaten. Van degenen, die uitgewezen zijn, is niet bekend dat ze beschuldigd zijn van enig strafbaar feit en er zijn tot op heden geen meldingen van  niet-Tibetanen die zijn uitgezet.

“Deze willekeurige uitzetting van mensen vanwege hun etnische afkomst of geboorteplaats is duidelijk discriminerend en maakt inbreuk op hun fundamentele rechten van vrijheid van beweging en residentie”, aldus Sophie Richardson, China directeur van Human Rights Watch. “De autoriteiten in Lhasa moeten deze extreme maatregelen nader toelichten en er rekening mee houden dat verdere willekeurige beperkingen de spanningen hoogstwaarschijnlijk zullen doen toenemen.”

Berichten via sociale media en ooggetuigenverslagen, die gedeeld zijn met Human Rights Watch, geven aan dat de Chinese autoriteiten een reeks beperkingen in de bewegingsvrijheid in en rondom Lhasa hebben opgelegd, waaronder de uitzettingen en daarnaast een verbod op openbare bijeenkomsten van meer dan drie mensen in de stad. Dit heeft geleid tot het annuleren van de dagelijkse groepsactiviteiten, zoals fysieke oefeningen, die normaal aan de voorkant van het Potala paleis in Lhasa worden gehouden, aldus een bron in Tibet met directe kennis van de gebeurtenissen.

Human Rights Watch zei dat deze uitzettingen niet eerder voorgekomen zijn, omdat ze ook Tibetanen betreffen die beschikken over geldige bedrijfsvergunningen om in Lhasa te wonen en werken en die jarenlang een bedrijf hebben gerund. Andere post-2008 uitwijzingscampagnes rond gevoelige periodes waren alleen gericht op diegenen zonder verblijfsvergunning in Lhasa. Diegenen die nu doelwit zijn, zijn onder andere Tibetanen met een geldige machtiging tot voorlopig verblijf (Zanzhuzheng in het Chinees; Gnas sdod lag khyer in het Tibetaans) om in de stad te verblijven.

Degenen, die uitgewezen zijn, zijn niet beschuldigd van enig vergrijp, en lijken geen voorgeschiedenis te hebben van eerdere politieke activiteit. Ook hebben ze voor zover bekend geen relatie met de demonstranten die betrokken waren bij de recente zelfverbrandingen, anders dan dat ze geboren zijn in het oosten van Tibet.

Op 30 mei 2012 gaf Hao Peng, een vice-partijsecretaris in de TAR, alle ambtenaren in de regio opdracht dat, aangezien ‘de sabotage activiteit van de Dalai-kliek nooit is opgehouden’ ze “de controle moet vooral versterkt worden over de cruciale gebieden en over de service management van personen met een sleutelfunctie, inclusief van de drijvende bevolking”, een term die soms gebruikt wordt om te verwijzen naar tijdelijke bewoners en migranten uit andere provincies of gebieden van het Tibetaanse plateau.

Het streven om mensen uit Lhasa te verdrijven wordt met name toegepast op Tibetanen uit gebieden, waar recentelijk sprake is van onrust. Dit geldt met name voor Aba (Ngaba in het Tibetaans) in de provincie Sichuan, waar ten minste 26 mensen zichzelf sinds maart 2011 in brand hebben gestoken uit protest tegen de Chinese overheersing, en Labrang, een Tibetaanse regio in de provincie Gansu, die de geboorteplaats was van een van de Tibetanen die zichzelf op 27 mei 2012 in Lhasa in brand staken. Sommige rapporten suggereren dat Tibetanen uit de provincie Yunnan, waar geen politieke protesten zijn geweest, niet vallen onder degenen die uit Lhasa worden verdreven.

In juni 2012 meldde een bron in Lhasa Human Rights Watch, “Na de zelfverbranding in Lhasa in mei van twee Amdoanen [Tibetanen uit de noord-oostelijke Tibetaanse regio], begon Lhasa alle Amdoanen te uit te wijzen. Het maakte niet uit of deze Amdoanen jarenlang in Lhasa hadden gewoond of dat ze daar zaken deden. Geen van hen kon in Lhasa blijven, afgezien van degenen, die een borgstelling hadden van het Public Security Bureau in hun oorspronkelijke woonplaats en van hun lokale overheid. Hun huizen worden elke dag door de politie doorzocht en veel mensen zijn al verdreven.” Tibetaanse organisaties in ballingschap in India en in de VS gevestigde Tibetaanstalige radiostations hebben gemeld, dat in verband met de twee mannen, die zichzelf op 27 mei 2012 in hebben gestoken, een aantal mensen in Lhasa zijn vastgehouden.

Nog twee Tibetanen, beide uit Oost-Tibet, hebben zichzelf in brand gestoken sinds de protesten van 27 mei in Lhasa. Een van hen was een vrouw van midden dertig uit de provincie Rangtang (Dzamthang in het Tibetaans) in de prefectuur Aba, Sichuan, die stierf op 30 mei. De andere was een man – van wie gezegd wordt dat hij in de vijftig was – die op 12 juni overleed in de provincie Jianzha (Chentsa in het Tibetaans) in de prefectuur Huangnan (Malho in het Tibetaans), Qinghai.

Na de grootschalige onrust in Lhasa van maart 2008, hebben de TAR autoriteiten aangegeven dat zij de niet-permanente bewoners van de hoofdstad zien als het grootste risico voor sociale stabiliteit, omdat ze minder gemakkelijk gecontroleerd en bewaakt kunnen worden dan permanente bewoners.

De autoriteiten in Lhasa kregen strenge veiligheidsmaatregelen opgelegd, die bedoeld zijn om zelfverbrandingen te voorkomen. Zelfverbrandingen zijn een symbolische daad van verzet, die de bewering van de Chinese regering ondermijnt dat Tibetanen dankbaar zijn voor het Chinese beleid in Tibet en dat de situatie “stabiel” is. De Gewapende Volkspolitie (People’s Armed Police / PAP) is permanent in het centrum van Lhasa gestationeerd, en op dagen die als politiek gevoelige worden beschouwd, worden sluipschutters op daken rond de Jokhang tempel geplaatst. PAP officieren patrouilleren vaak met brandblusapparatuur en alle Tibetanen die in de hoofdstad aankomen worden onderworpen aan een strenge inspectie.

“De autoriteiten in Peking moeten begrijpen dat de oplossing voor de problemen in Tibet niet bestaat uit meer troepen en discriminerende beperkingen”, aldus Richardson. “Deze kan alleen gevonden worden in het respecteren van de rechten van Tibetanen.”

Achtergrond: Tibetanen, zelfverbrandingen, en gedwongen uitzettingen
De oostelijke gebieden van het Tibetaanse plateau worden bestuurd als delen van de provincies Qinghai, Gansu, Sichuan, en Yunnan in China, en liggen ongeveer 600 tot 900 kilometer ten oosten van Lhasa. Ze worden in het Tibetaans meestal aangeduid als Kham en Amdo. Alle van de 39 zelfverbrandingen, die hebben plaatsgevonden werden uitgevoerd door Tibetanen uit die gebieden. Meer dan de helft van alle Tibetanen woont buiten de TAR, maar vele duizenden wonen of werken in Lhasa en grote aantallen reizen er vaak heen op bedevaart, want het is het religieuze en culturele centrum van het Tibetaanse boeddhisme.

Bronnen in Lhasa beschrijven hun vrienden of verwanten, die door de autoriteiten zijn gedwongen om de TAR te verlaten, onder wie gerenommeerde zakenmensen met officiële vergunningen. Een bron in Lhasa vertelde Human Rights Watch, dat gedeporteerden “drie tot vijf dagen wordt gegeven om in te pakken en vertrekken, daarna worden ze meegenomen door een politieauto en gedwongen te vertrekken.” Andere berichten beschrijven mensen, die door de politie naar het treinstation of de luchthaven worden begeleid om hun vertrek uit de regio zeker te stellen. Een bron meldde dat de uitzettingen er toe hebben geleid dat “gezinnen gescheiden worden en bedrijven gesloten.” Het is niet bekend of de uitzettingen tijdelijk zijn of voor de lange termijn.

Sommige rapporten zeggen dat de enige oostelijke Tibetanen, die in Lhasa mogen blijven, degenen zijn met huishoudelijke registratie (hukou in het Chinees, them tho in het Tibetaans) in Lhasa, en die een garantie ter ondersteuning van hun verblijf in de stad kunnen krijgen van een overheidskantoor of departement van hoog niveau. Tot deze maand kon een Tibetaanse bezoeker in Lhasa een zakelijke vergunning of machtiging tot voorlopig verblijf krijgen door een steunbrief te bemachtigen van een lokaal bureau op ‘straat-niveau’, die bekend staan als buurtcomité. Sinds 2006 is bovendien een ‘bekrachtigingsbrief’ nodig van een politiebureau op ‘straat niveau’, bekend als een jinqu.

Een Tibetaan die over de weg reisde van Oost-Tibet naar Lhasa meldde op 12 juni dat hij door de politie was teruggestuurd bij een controlepost in Damshung, ongeveer 150 kilometer ten noorden van de stad. Hij vertelde dat hij alleen kon worden toegelaten ??in Lhasa “als een werkeenheid boven district-niveau hem de documenten afgaf.”

Vergroting van veiligheid
Sinds januari 2012 hebben de autoriteiten in de TAR in toenemende mate stappen ondernomen om protesten in Lhasa te voorkomen. Op 19 maart 2012 rapporteerde Xizang Ribao, een spreekbuis voor de staatsmedia, dat de Chinese president Hu Jintao de leiders van de Tibetaanse gebieden heeft opgedragen het behoud van sociale stabiliteit “te beschouwen als een zware taak en de allereerste plicht, de gedachte dat stabiliteit voorrang heeft boven alles stevig tussen de oren te knopen, op voorhand toe te slaan, actief de strijd aan te gaan, en te streven naar het bereiken van de doelstelling van geen klein incident, geen medium incident en geen groot incident in de Tibetaanse regio.” De autoriteiten in Tibet hebben bevelen uitgevaardigd dat iedere ambtenaar, die betrapt wordt op het laten gebeuren van een “incident”, onmiddellijk zou worden verwijderd, en heeft de verwijdering van ten minste 19 ambtenaren op beschuldiging van het falen om strikte maatregelen te nemen in hun gebied bekend gemaakt.

De autoriteiten in de TAR hebben aangekondigd dat vanaf 1 maart 2012 een gewone burger, die de TAR wenst binnen te gaan, vier verschillende identiteitskaarten zou moeten kunnen tonen. De maatregel werd omschreven als noodzakelijk om “het uitgebreide mechanisme voor het behoud van stabiliteit verder uit te bouwen” en de “Oostelijke Toegangspoort” van Lhasa te controleren, aldus de staatsmedia.

Sinds begin juni 2012 hebben Chinese bloggers op de microblog website Weibo, meer dan een dozijn foto’s geplaatst met militaire voertuigen in of aan de rand van Lhasa, waaronder tanks, mobiele artillerie, gepantserde voertuigen, en andere zware wapens, soms in kolonnes van meer dan 20 soortgelijke voertuigen.

Sommige etnische Chinese toeristen of bewoners in Lhasa hebben berichten geplaatst op Weibo van nieuwe veiligheidsprocedures, die betrekking hebben op iedereen, die de Barkor, het hart van de Tibetaanse wijk van Lhasa, binnengaat. Een blogger in Lhasa schreef op 12 juni: “Ging naar de Jokhang vandaag, en bij het passeren van de veiligheidspersoneel moesten de Tibetanen zich registreren, terwijl de Han direct door konden lopen. Net op het punt toen ik wilde passeren, werd ik opzij getrokken door een PAP, die wilde dat ik me registreerde! Ik zei dat ik Han was, maar hij geloofde me niet en hij moest mijn ID-checken — ik huilde.”

Een blogger genaamd @hiroBuYaoAi schreef op 12 juni dat “de politie patrouilles in Lhasa recentelijk zeer streng zijn geweest: mensen worden in de straten vastgehouden, en elke dag worden mensen uit de trein gestuurd. Uiteraard zijn de meeste van hen Tibetanen uit de verschillende districten en Tibetanen uit Sichuan en Qinghai.” Tsering Woeser, een prominente Tibetaanse schrijfster en blogger gevestigd in Beijing, schreef op diezelfde dag:    “Tibetanen worden op hun documenten gecontroleerd door speciale politie in de straten van Lhasa. Sommige Tibetanen zeggen, dat als je niet je documenten meebrengt, je niet terug kunt.”

Andere micro-blog berichten geven verslagen uit eerste hand over verhoogde veiligheidsmaatregelen in steden in het oosten van Tibet, waaronder Lithang en Yajiang in de province Sichuan en Markham in de TAR. De berichten omschrijven politie of paramilitaire troepen, die alle mensen controleren, die steden of gebieden binnengaan of verlaten, propaganda slogans op de muren plakken, patrouilleren met aanvalswapens. Buiten overheidsgebouwen wacht anti-oproerpolitie en gewapend veiligheidspersoneel.

Share this

Het laatste nieuws

15 May 2019

Voor de Nederlandse regering bestaat Tibet niet meer. China Notitie rept met geen woord over Tibet.

Lees meer
4 May 2019

Tibet Actie Team in actie voor Tashi Wangchuk op Bevrijdingsfestival

Lees meer