China: Dramatische verslechtering in de situatie van de mensenrechten in Tibet in voor de China Universal Review bij de VN ingediend rapport
FIDH – Internationale Federatie voor de Rechten van de Mens
Gezamenlijk persbericht
Brussel, Parijs, 29 maart 2018: In een gezamenlijk voor de derde Universal Periodic review (UPR) van China vandaag ingediend rapport, maken FIDH (Internationale Federatie voor de Rechten van de Mens) en International Campaign for Tibet (ICT) melding van een dramatische verslechtering in de situatie van de mensenrechten in Tibet. Het gezamenlijke FIDH-ICT rapport doet ook een reeks van concrete aanbevelingen aan de Verenigde Naties (VN), die de lidstaten moeten doen tijdens de derde UPR van China, die gepland staat voor november 2018 en in Genève, Zwitserland zal worden gehouden.
China’s meedogenloze aanvallen op de fundamentele rechten, identiteit en cultuur van het Tibetaanse volk zijn onder president Xi Jinping geïntensiveerd. De impact van deze aanvallen komt helaas tot uiting in het aantal zelfverbrandingen van Tibetanen sinds 2009, die inmiddels het aantal van 150 heeft overschreden. Het is noodzakelijk dat China aantoont dat het een verantwoordelijke wereldleider is en zich aan haar verplichtingen inzake de mensenrechten met betrekking tot Tibet houdt, zei Tsering Jampa, Executive Director van ICT Europe.
Te midden van de voortdurende schendingen van de mensenrechten in China, vormen Tibetanen een specifiek doelwit, omdat ze behoren tot een etnische en religieuze minderheid. VN-lidstaten moeten de komende UPR van China te gebruiken om te eisen dat Peking de rechten van het Tibetaanse volk respecteert, aldus FIDH vicevoorzitter Guissou Jahangiri.
Het rapport schetst een duidelijk verslechtering in de situatie met betrekking tot de burgerlijke en politieke rechten, alsmede de economische, sociale en culturele rechten van het Tibetaanse volk. Met name gaat het rapport in op:
- De hyper beveiliging van het Tibetaanse plateau, zoals die naar voren komen door het aannemen en uitvoeren van de veiligheidsmaatregelen, die gericht zijn op het criminaliseren van alle handelingen en uitingen van niet-gewelddadige meningsverschillen of kritiek op het beleid. Dit heeft ernstige gevolgen voor de rechten van het Tibetaanse volk voor de vrijheid van meningsuiting, de vrijheid van vreedzame vergadering en de vrijheid van godsdienst of levensovertuiging.
- De creatie van een extreem repressieve omgeving, waarin er geen grenzen zijn aan het openbaar gezag, een klimaat van angst alomtegenwoordig is, en elk aspect van het publieke en private leven streng wordt gecontroleerd en gereguleerd.
- Een systematisch en wijdverbreid gebruik van willekeurige detentie, marteling en mishandeling, als gevolg van de hardere aanpak in het onderdrukken van afwijkende meningen en een cultuur van straffeloosheid onder de ambtenaren, paramilitaire troepen, en beveiligingspersoneel.
- De toenemende van inmenging en controle over religie, zoals dit naar voren komen in het hardhandig optreden van de Chinese regering in het Tibetaanse boeddhistische Instituut Larung Gar.
- Herhaaldelijke schendingen van de economische, sociale en culturele rechten Tibetanen, waaronder die van de Tibetaanse nomaden, in naam van de bescherming van het milieu en ontwikkeling.
Perscontacten: