Autoriteiten sluiten jonge monniken op in ‘gevangenisachtige’ omstandigheden in overheidsschool
In de provincie Sichuan, in China, worden honderden jonge Tibetaanse monniken van 6 tot 17 jaar vastgehouden in door de overheid geleide kostscholen onder zware omstandigheden. Deze monniken, afkomstig van het Kirti-klooster, werden in september gedwongen overgeplaatst nadat de kloosterschool door de autoriteiten werd gesloten. Volgens bronnen uit de regio leven de studenten onder “gevangenisachtige” omstandigheden: ze krijgen alleen les in het Mandarijn, mogen de school niet verlaten en hebben geen contact met hun ouders.
Sommige leerlingen die probeerden te ontsnappen, werden opgepakt en streng gestraft. Ouders werden gedwongen om contracten te ondertekenen waarin staat dat hun kinderen zich zouden inschrijven op overheidsscholen. Daar krijgen ze verplichte “patriottische educatie” gericht op het bevorderen van loyaliteit aan China en de Communistische Partij.
Tibetaanse voorstanders zien dit beleid als een poging om de Tibetaanse taal en cultuur te onderdrukken. De overheid beperkt ook communicatie met de buitenwereld en heeft recentelijk vier Tibetanen gearresteerd omdat ze contact hadden met familie buiten Tibet.
Het harde optreden heeft geleid tot bezorgdheid onder Tibetanen en mensenrechtenorganisaties. Ze beschuldigen de Chinese autoriteiten ervan hun mensenrechten te schenden en de Tibetaanse identiteit te willen uitwissen.