16 March 2012

Het artikel van Woeser in het gezaghebbende tijdschrift Foreign Policy.

Vuur op de Berg

Zevenentwintig Tibetanen hebben zichzelf sinds 2009 uit protest tegen de Chinese overheersing in brand gestoken. Alleen al sinds januari van dit jaar hebben 14 mensen dit gedaan. In totaal zijn 20 de afgelopen jaren gestorven door zelfverbranding; een onbekend aantal Tibetanen zijn gemarteld of vastgezet, sinds de protesten uitbraken in 2008. Wat is de reactie in China om deze grote menselijke ramp? Overwegend stilte.

Waarom? Er is een Tibetaans gezegde: “Hoop ruïneert Tibetanen; wantrouwen ruïneert Han-Chinezen.” Ik weet niet zeker wanneer dit gezegde ontstaan is ?en wat haar achtergrond is. Ik weet alleen dat deze uitdrukking op de lippen ligt van veel Tibetanen, die het letterlijk, spottend, of in onmacht gebruiken.

Voor de Han-Chinezen, die samen meer dan 90 procent van de Chinese bevolking omvatten, is er een soortgelijke uitdrukking in hun geschiedenisboeken gegraveerd: “Wie niet onder ons is, moet van een ander hart zijn.”

In het begin waren deze woorden niet beangstigend. Door de jaren heen, echter, heeft de gemoedstoestand waar zij uitdrukking aan geven, een sfeer van puur geweld gecreëerd. Minderheden staan in de weg ?van de grote eendrachtigheid van China’s verschillende volkeren, zij moeten Chinees worden of worden uitgeroeid. De etnische minderheden die in China leven, de Tibetanen, Oeigoeren, Mongolen, en anderen, weten dat deze visie op etnische minderheden eigenlijk heel wijdverbreid is, dat het de heersende stroming is, en dat ze weinig empathie krijgen van de meerderheid.

Een aantal Han-Chinezen heeft zich uitgesproken. Mensenrechtenadvocaat Teng Biao zei dit jaar dat “Chinese intellectuelen zich hebben stil gehouden [over de zelfverbrandingen], doen alsof ze onwetend zijn van wat er gebeurt, werken in stilte mee. Ze zijn even schaamteloos als de moordenaars zelf.” In 2008, nadat de autoriteiten de Tibetaanse protesten onderdrukten, legden Teng en meer dan 20 Chinese advocaten een openbare verklaring af, waarin ze aangaven dat ze bereid waren om juridische bijstand te verlenen aan gearresteerde Tibetanen. Als gevolg hiervan, verloor Teng zijn vergunning als advocaat; de andere betrokken advocaten raakten ook in problemen. In het afgelopen jaar liggen de toonaangevende Chinese mensenrechtenadvocaten van zwaar onder vuur, en op dit moment zouden zeer weinigen het aandurven om gevoelige zaken aan te nemen, waarbij Tibetanen bij betrokken zijn.

Maar zelfs sommige Chinese dissidenten en mensenrechtenactivisten hebben dubbele standaarden bij de behandeling van etnische minderheden. Naar hun mening zijn democratie, mensenrechten, vrijheid, en andere waarden in China alleen van toepassing op Han-Chinezen. Als het gaat om etnische minderheden zeggen zij: “Het spijt ons, jullie kunnen je niet koesteren in deze stralen.” Hoewel ze zichzelf het slachtoffer beschouwen van autoritair regime, ze zijn zich er nog steeds niet van bewust dat voor minderheden zij zelf de belichaming zijn van dictatuur, dat ze zelf kwaad doen.

De autoriteiten zeggen altijd dat ze Tibet “bevrijd” hebben, dat ze “geluk” brengen aan 6 miljoen Tibetanen. Maar waarom, zoveel jaren na de bevrijding 1959, komen de slaven in opstand tegen hun bevrijders? De autoriteiten hebben een verklaring: de “Dalai-kliek” is de schuld van dit alles – de protesten, de jonge Tibetanen, die de straat opgaan, het geweld. Chinese media hebben deze leugen in publieke opinie omgedraaid. En het Chinese volk, geïndoctrineerd door de onverdeelde stem waarmee de Chinese media spreken, begrijpen niet waarom Tibetanen protesteren en nemen niet de moeite om te leren.

Tibetanen hebben geen stem in China. De Dalai Lama, die 53 jaar in ballingschap is, de Panchen Lama, die 17 jaar vermist is, de 27 mensen, die zichzelf de afgelopen drie jaar in brand hebben gestoken, een groep mensen in de leeftijd van 17 tot en met 41, monniken en nonnen, boeren, herders, studenten, en ouders van kinderen – het enige bestaan dat ze ?hebben in de Chinese samenleving is er een waarin hun reputatie is bezoedeld en de waarheid is verdraaid.
Hoeveel leden van de bloem van Tibet zijn verdwenen door het partijapparaat en zitten nu ergens in een zwarte gevangenis?

En nog steeds zeggen de Han-Chinezen niets. Velen zwijgen, omdat ze instemmen met het concept van de grote eenheid, waar alle minderheden moeten worden gedwongen zich aan te passen onder de Chinese heerschappij. Sommigen zwijgen omdat ze zich met hun eigen zaken bemoeien, een traditioneel beginsel van het confucianisme, dat is omgeslagen in egoïsme. En sommigen zijn stil omdat ze bang zijn. Kort geleden zond iemand in Peking nieuws uit van een Tibetaan, die zichzelf in brand stak, op de Sina’s microblog (de Twitter van China). De politie nam hem in het midden van de nacht mee naar een politiebureau en waarschuwde hem Tibet niet meer te vermelden.

Deze stilte kan worden doorbroken. Als Han-Chinezen en Tibetanen zich uitspreken over wat ze hebben gezien en wat ze hebben gehoord, zal de tomeloze repressie aan banden worden gelegd, of op zijn minst, wanneer het geweer wordt afgevuurd, zal het misschien zijn doel missen. Stilte, niet hoop, ruïneert Tibetanen.

Om vernietiging te voorkomen is onze enige optie om deze stilte te vernietigen.

Lees het artikel in het tijdschrift Foreign Policy hier.

Share this

Het laatste nieuws

15 May 2019

Voor de Nederlandse regering bestaat Tibet niet meer. China Notitie rept met geen woord over Tibet.

Lees meer
4 May 2019

Tibet Actie Team in actie voor Tashi Wangchuk op Bevrijdingsfestival

Lees meer