26 August 2011

Drie terechtstaande Tibetaanse schrijvers wachten vonnis af

12 november 2010

Drie jonge Tibetaanse schrijvers uit de Tibetaanse regio Amdo zijn voor de rechter gebracht. Zij werden in juni en juli van dit jaar opgepakt nadat zij hadden geschreven over de protesten in maart 2008, in een publicatie die inmiddels op de verboden lijst staat. Het vonnis wordt binnenkort verwacht. Volgens een reportage van de Tibetaanse afdeling van Radio Free Asia, uitgezonden op 30 oktober, speelden zich op 21 oktober emotionele taferelen af in de rechtszaal in de Tibetaanse regio Ngaba (Chinees: Aba) in Sichuan, toen de drie jonge mannen, Dhonkho, Bhudha en Kelsang Jinpa kort hun familie mochten zien. Bhudha probeerde zijn twee jaar oude zoontje op te tillen, maar slaagde daar niet in omdat hij handboeien om had. Voordat de veiligheidspolitie hem en de twee andere schrijvers wegvoerde, zei hij tegen zijn vrouw dat ze er alles aan moest doen om ervoor te zorgen dat hun zoon Tibetaans zou leren.

De drie schrijvers heten Dhonkho (de officiële naam op zijn ID is Rongke, zijn pseudoniem Nyen), Bhudha (pseudoniem Buddha the Destitute (‘De behoeftige’)) en Kelsang Jinpa (pseudoniem Garmi). Ze zijn alle drie begin dertig en hebben in 2008 gezaghebbende essays geschreven over het harde politieoptreden in Tibet, die zijn verschenen in het Tibetaanse tijdschrift Shar Dungri (‘Oostelijke sneeuwtop’). Voor zover bekend was het voor het eerst dat er in de Volksrepubliek China in het Tibetaans geschreven teksten over de protesten in 2008 verschenen. Het tijdschrift werd al snel verboden, maar men kon niet verhinderen dat er al exemplaren in omloop waren in delen van de provincies Qinghai en Gansu en ook daarbuiten. Vanuit Tibet gaven de schrijvers van Shar Dungri een unieke en kritische beschrijving van het land, en ze schetsten niet alleen de wanhoop, het verlies en de duisternis die er heersen, maar richtten hun blik ook op de toekomst.

Volgens de berichtgeving van Radio Free Asia staan de drie schrijvers terecht voor het Intermediate People’s Court in Ngaba, maar is er nog geen uitspraak gedaan. Het vonnis wordt binnenkort verwacht. RFA meldde dat ze wellicht van separatisme zullen worden beschuldigd, en dat hun familie te horen had gekregen dat ze geen eigen advocaat mochten kiezen, al hebben de drie schrijvers wel enige juridische bijstand gekregen.

Volgens RFA verwierpen de schrijvers de aanklacht van separatisme, en Bhudha betwistte de aantijging dat hun eigen teksten daarvoor het ‘bewijs’ vormden: ‘Ik ben van mening dat dit geen strafrechtelijk bewijs is. Talloze Chinese schrijvers hebben vergelijkbare artikelen geschreven, zoals Wang Lixiong en Yu Jie. Er zijn er velen, maar omdat zij Chinezen zijn, worden ze niet gestraft. U behandelt dit als een misdaad omdat we een minderheid vormen. Als wij om die reden schuldig worden bevonden, dan worden we niet als Chinese staatsburgers behandeld, wat als een zware last op onze schouders zal drukken.’

De schrijvers komen allemaal uit Ngaba in de provincie Sichuan en hebben hun essays voor Shar Dungri in het Tibetaanse Amdo-dialect geschreven, dat in Tibet bekendstaat om zijn lyriek en welsprekende uitdrukkingen. Van één tekst uit de verzameling circuleert nu een kopie in ballingschap. Het poëtische taalgebruik ondersteunt het inhoudelijke en analytische betoog, dat blijk geeft van een grondige kennis van zowel het politieke kader van het Chinese beleid en de wetgeving, als van de Chinese en Tibetaanse cultuur. De schrijvers van Shar Dungri versterken hun argumentatie vaak door op invoelende wijze te beschrijven wat gewone Chinezen moeten doorstaan als zij zich tegen de staat verzetten. De internationaal bekende Tibetaanse schrijfster Woeser besteedde onlangs op haar blog aandacht aan de drie schrijvers, en gaf informatie over hun persoonlijke achtergrond en over hun gevangenschap (vertaald door High Peaks Pure Earth).

Bhudha is 34 jaar en arts van beroep en hij is in zijn vrije tijd actief als redacteur en schrijver. Hij werd op 26 juni gearresteerd in het ziekenhuis in de stad Ngaba waar hij werkt. Bhudha studeerde af aan de medische faculteit in Chongqing en was redacteur van het tijdschrift I of the Modern Age (‘Ik uit het moderne tijdperk’). Onder het pseudoniem ‘Buddha’ publiceerde hij het essay ‘Hindsight and reflection’ (‘Wijsheid achteraf en reflectie’), in het tijdschrift Shar Dungri (zie hieronder voor de vertaling of kijk op p. 83 van A Great Mountain Burned by Fire, ICT, maart, 2009). In zijn essay stelt Bhudha de manier waarop China de Tibetaanse protesten afschildert aan de kaak en gaat hij in op de belangrijkste beschuldigingen die daarbij worden geuit. ‘Op tv en in de kranten zeggen ze dat de demonstraties bedoeld waren als verzet tegen China als opkomende grootmacht en tegen een verbetering van de levensstandaard van de Tibetanen. Als dat waar is, dan moet ik daar een paar vraagtekens bij zetten. Als de levensstandaard van de Tibetanen werkelijk zo verbeterd was, waarom zouden ze daar dan zo ontevreden over zijn dat ze zich daartegen wilden verzetten? En als de Tibetaanse levensstandaard zo vooruit is gegaan, en er alleen Tibetanen aan de demonstraties meededen, waarom zouden ze dan met zo veel ontzetting reageren?

Dhonkho, een bekroond dichter en schrijver, is in 1978 geboren en heeft in zijn woonplaats Khyungchu in Ngaba met vrienden een hoog aangeschreven Tibetaans opvangcentrum opgericht. Hij is auteur van boeken als Red-minded, Zombie en Skill en is daarnaast directeur van de historische onderzoekscommissie van de lokale overheid. Hij werd op 21 juni 2010 thuis opgepakt. Dhonkho publiceerde het essay ‘What human rights do we have over our bodies?’ (‘Zijn mensenrechten ook van toepassing op ons lichaam?’) in Shar Dungri, onder het pseudoniem ‘Nyen’ (‘De wilde’) (zie hieronder voor een vertaling of kijk op p. 92 van A Great Mountain Burned by Fire, ICT, maart, 2009). Dhonkho legde uit waarom hij niet langer kon zwijgen en het risico heeft genomen vrijuit te spreken in zijn essay: ‘Als de geliefde levens van monniken, studenten en gewone mensen vanuit deze wereld de duisternis in worden gesleurd, en als die geliefde levens van mensen die zo hard hebben gebeden dat hun wensen snel in vervulling zouden gaan, door de staat worden afgepakt, dan kan ik niet langer zwijgen. Want hun trieste lot en mijn pen zijn nauw met elkaar verbonden.’

Dichter en schrijver Kelsang Jinpa komt oorspronkelijk uit Sangchu in de autonome Tibetaanse prefectuur Gannan in de provincie Gansu. Hij werd op 19 juli thuis gearresteerd door het Bureau voor openbare veiligheid in Ngaba. Hij heeft enige tijd in het Kirti-klooster in ballingschap gestudeerd. Kelsang Jinpa was samen met Bhudha redacteur van het tijdschrift I of the Modern Age. Kelsang Jinpa schrijft onder het pseudoniem Garmi (‘De smid’) en publiceerde in Shar Dungri het essay ‘The case for lifeblood and life-force’ (‘Pleidooi voor levensbloed en levenskracht’) (zie hieronder voor de vertaling of kijk op p. 99 van A Great Mountain Burned by Fire, ICT, maart, 2009.

Kelsang Jinpa plaatst de problemen van de Tibetanen binnen de bredere context van de mensenrechten en legt een relatie met wat de Chinezen gedurende hun eigen geschiedenis hebben moeten doorstaan: ‘Uiteindelijk is een individu zijn leven lang, vanaf zijn of haar geboorte, maar naar één ding op zoek, en dat is geluk. Begrippen als democratie, vrijheid en gelijkheid zijn synoniem geworden met menselijk geluk. En het ultieme doel van de Universele verklaring van de rechten van de mens van de Verenigde Naties was dat deze het basisprincipe zou worden van waaruit het welzijn van alle mensen op aarde zou worden nagestreefd. ‘Maar had de ondermijning van het denkvermogen en de hoop van mensen tijdens de invasies en vervolgingen in de geschiedenis van de mensheid niet juist als doel om hen te laten zuchten onder het juk van een dictatuur? Neem bijvoorbeeld de Chinese studenten van de 4 meibeweging [uit 1919]. Toen verloren studenten toch hun leven voor de goede zaak omdat de dictators geen boodschap hadden aan democratie, vrijheid en gelijkheid? Wie wil dit lijden en verlies van levensbloed en levenskracht dan níet onder de aandacht brengen van die mensen die eerlijkheid en waarheid wel hoog in het vaandel hebben?’

De essays in Shar Dungri bevatten persoonlijke en zeer ontroerende verhalen over het verlies en het lijden tijdens de politieoptredens na de protesten in 2008. Zo is er het verhaal van een man die werd doodgeslagen, twee jonge monniken die tot zelfmoord werden gedreven en de angstaanjagende gevolgen van een studentenopstand in Sichuan op 17 maart 2008, verhalen die een paar dagen later al werden opgeschreven. Het zijn dingen die Bhudha in zijn essay omschrijft als ‘huiveringwekkend om naar te kijken en verontrustend om te horen.’ Een terugkerend thema in Shar Dungri is de frustratie over de tendentieuze, onjuiste berichtgeving van de Chinese Communistische Partij over de aard van de protesten en de beweegredenen van de Tibetaanse demonstranten, en de weigering van de Chinese autoriteiten ook maar één moment rekening te houden met de mogelijkheid dat de demonstranten misschien overtuigende en diepgewortelde redenen hadden tot ontevredenheid.

Tashi Rabten (pseudoniem: ‘De Oerang’), een van de redacteurs van Shar Dungri, werd op 6 april 2010 gearresteerd en zit volgens niet bevestigde bronnen waarschijnlijk nog steeds vast in Chengdu. Tashi Rabten, die dit jaar zou afstuderen aan de Northwest University for Nationalities (universiteit voor minderheden) in Lanzhou, schreef ook een niet-geautoriseerd werk over de Tibetaanse protesten in 2008, getiteld ‘Written in Blood’ (‘In bloed geschreven’).

Zowel ondanks als dankzij de heftige politieoptredens beleeft Tibet sinds maart 2008 een literaire en culturele opleving, met name in Amdo, waar de drie schrijvers vandaan komen en een gebied dat bekendstaat om zijn intellectuelen. De schrijvers van Shar Dungri vertegenwoordigen een nieuwe generatie jonge Tibetaanse intellectuelen die in een door China overheerst Tibet zijn opgegroeid en het trauma van de Chinese bezetting van Tibet en de excessen van de Culturele Revolutie niet aan den lijve hebben ondervonden. Een terugkerend thema in hun teksten is de solidariteit tussen de Tibetanen overal in Tibet en de trots op hun unieke culturele en religieuze identiteit. Shar Dungri wordt gemaakt door een groep Tibetaanse intellectuelen die zijn verbonden aan de Northwest University of Nationalities in Lanzhou, die bekendstaat om haar progressieve, secularistische en betrokken ideeën. Veel van deze schrijvers bedienen zich van marxistische termen en ideeën om de Partij zelf als ‘reactionair’ af te schilderen, als reactie op het feit dat de Partij hetzelfde doet met de Tibetanen.

Kelsang Jinpa, of Garmi, schrijft: ‘De belangrijkste kanalen van de Chinese staatstelevisie (CCTV) brachten geen nieuws over de feitelijke situatie, of wat daar ook maar enigszins in de buurt kwam; ze probeerden de schuld juist zoveel mogelijk neer te leggen bij ‘een handvol boosaardige relschoppers’, door op zeer intimiderende wijze valse beschuldigingen te uiten… Ik vind dit ondraaglijk en sluit me aan bij de uitdrukking ‘Eén enkele brief die de waarheid bevat, weegt zwaarder dan de hele wereld.’ Daarom doe ik waar en wanneer ik kan eerlijk verslag van mijn eigen ervaringen en waarnemingen om dingen duidelijk te maken aan de dictatuur, en wil ik een korte discussie voeren waarin de waarheid wordt gerespecteerd.’

Wijsheid achteraf en reflectie

‘Het leven is een kostbaar kleinood, moeilijk te verkrijgen en van onschatbare waarde. Daarom is ons verdriet peilloos als er een leven verloren gaat, van wie het ook is. Maar waarom is de regering van een groot en dichtbevolkt land niet in staat om een gegrond tegengeluid te accepteren?’

Lees voorbeelden van de teksten van Bhuda, Dhonkho en Kelsang Jinpa op de Amerikaanse website van ICT

Share this

Het laatste nieuws

15 May 2019

Voor de Nederlandse regering bestaat Tibet niet meer. China Notitie rept met geen woord over Tibet.

Lees meer
4 May 2019

Tibet Actie Team in actie voor Tashi Wangchuk op Bevrijdingsfestival

Lees meer